What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Voorbereiding toetsweek
Wat is ook alweer het rijtje van het regelmatige werkwoord op -er in de présent?
1 / 16
next
Slide 1:
Open question
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat is ook alweer het rijtje van het regelmatige werkwoord op -er in de présent?
Slide 1 - Open question
Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden in het Frans?
A
mon/ma/mes
B
le/la/les
C
ce/cet/cette/ces
D
un/une/des
Slide 2 - Quiz
Aanwijzend v.n.w.
Ce, cette, cet, ces
=
die, dit, dat, deze
- Cet homme / cet article - Ce livre
- Ces livres - Cette musique
Slide 3 - Slide
Je veux acheter ... robe.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces
Slide 4 - Quiz
Il veut essayer ... jean.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces
Slide 5 - Quiz
J'ai acheté ... livres.
A
ce
B
cet
C
cette
D
ces
Slide 6 - Quiz
Sleep de juiste vorm van het werkwoord
pouvoir
naar de onderwerpen
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
peux
peux
peut
pouvons
pouvez
peuvent
Slide 7 - Drag question
vouloir
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
veux
voulez
veut
veux
veulent
voulons
Slide 8 - Drag question
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
ik - willen - winkelen
A
Je veux fais du shopping.
B
Je peux fais du shopping.
C
Je veux faire du shopping.
D
Je peux faire du shopping.
Slide 9 - Quiz
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
wij - kunnen - sporten
A
Nous pouvons faisons du sport.
B
Nous voulons faisons du sport.
C
Nous pouvons faire du sport.
D
Nous voulons faire du sport.
Slide 10 - Quiz
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Sophie en Marc - mogen - tv kijken
A
Sophie et Marc peuvent regarder la télé.
B
Sophie et Marc peut regarder la télé.
C
Sophie et Marc veulent regarder la télé.
D
Sophie et Marc veut regarder la télé.
Slide 11 - Quiz
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Hij - wil - geen - huiswerk maken
A
Il veut ne faire pas des devoirs.
B
Il ne veut pas faire des devoirs.
C
Il peut ne faire pas des devoirs.
D
Il ne peut pas faire des devoirs.
Slide 12 - Quiz
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Jij - mogen - eten
Slide 13 - Open question
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Jullie - willen - winkelen
Slide 14 - Open question
Maak een goede zin met de volgende gegevens:
Ik - mogen - niet - gamen
Slide 15 - Open question
Ik begrijp de grammatica en kan deze toepassen.
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 16 - Poll
More lessons like this
Grammaire chapitre 3 herhaling
June 2023
- Lesson with
12 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammaire chapitre 3 + herhaling
March 2023
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Grammaire H; vouloir et pouvoir
April 2022
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
révision 2e klas ch3
February 2022
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
frans
December 2022
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling ch.3
December 2022
- Lesson with
17 slides
2B jeudi le 7 mars 2024
March 2022
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Chapitre 3H alles herhalen + prijzen
April 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2