Economie § 2.2 (K) - § 2.5 (B) Betalen en bankieren

Economie § 2.2 (K)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Economie § 2.2 (K)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

AGENDA

  • Uitleg § 2.2 
  • Opdrachten maken
  • Quizje over lesstof
  • Wat geleerd?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik weet het verschil tussen een betaalpas (pinpas) en een creditcard en wat de kosten hiervan zijn.
  • Ik kan uitleggen hoe een banktransactie werkt.
  • Ik heb kennis van online bankieren
    en hoe je met je mobiel kan betalen.
  • Ik kan debet en credit verschillen
    uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Internetbankieren

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Zou jij een creditcard willen als je 18 wordt? Waarom wel/niet?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Passen
  • Bankpas (pinpas)
  • Creditcard
  • Klantenkaart
  • Online wallet

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Tot welk bedrag kun je contactloos betalen in de winkel met je bankpas?
A
€ 10
B
€ 25
C
€ 50
D
€ 100

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Rood staan
Op je bankrekening kun je rood staan. Dan is je saldo negatief.

  • Debet
  • Credit

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Stel, ik heb € 1000,- op mijn bankrekening staan.
Is dit saldo debet of credit?
A
Debet
B
Credit

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel mensen hadden
in 2016 een debetsaldo?

Slide 12 - Open question

2650000
Bereken hoeveel euro deze
mensen gemiddeld rood stonden
(afronden op hele euro’s).

Slide 13 - Open question

€ 13.678.000.000 : 2.650.000 = € 5.162
Of: € 13.678 miljoen : 2,65 miljoen = € 5.162
Met hoeveel procent is het totale
debetsaldo gedaald tussen
2015 en 2018?
Rond je antwoord af op één decimaal.

Slide 14 - Open question

Formule: (nieuw – oud) : oud × 100
13.012 – 14.230 = – 1.218;
– 1.218 : 14.230 × 100 = 8,6%
§ 2.2 - Opdracht 1 t/m 13

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • Ik weet het verschil tussen een betaalpas (pinpas) en een creditcard en wat de kosten hiervan zijn.
  • Ik kan uitleggen hoe een banktransactie werkt.
  • Ik heb kennis van online bankieren
    en hoe je met je mobiel kan betalen.
  • Ik kan debet en credit verschillen
    uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions