What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Tarea 1, objecten aanwijzen (16-9)
¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?
SO: ¡Semana 40!
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
¡Bienvenidos a la clase de español!
¿Qué día es hoy?
SO: ¡Semana 40!
Slide 1 - Slide
¿Qué hacemos hoy?
¿Qué hemos hecho?
¡A trabajar!
Fin de la clase
Objetivo (5)
Señalar objetos (10)
Quiz (10)
Practicar (15)
Evaluación (5)
Slide 2 - Slide
¿Qué hecho hecho?
ej.1.16
Slide 3 - Slide
¿Cuál es nuestro objetivo?
Slide 4 - Slide
Wat is een aanwijzend voornaamwoord?
Een aanwijzend voornaamwoord wijst iets of iemand aan en staat vóór datgene wat het aanwijst.
Deze/ die
broer
Dit/ dat
zusje
Deze/ die
grootouders
Slide 5 - Slide
De vorm
dd
Est
e
chic
o
es amable.
Est
a
chic
a
es guapa.
Est
os
libr
os
son interesantes.
Est
as
tap
as
son muy ricas.
Deze jongen is aardig.
Dit meisje is knap.
Deze boeken zijn interessant.
Deze tapas zijn heel lekker.
Slide 6 - Slide
De vorm
dd
Es
e
chic
o
es amable.
Es
a
chic
a
es guapa.
Es
os
libr
os
son interesantes.
Es
as
tap
as
son muy ricas.
Die jongen is aardig.
Dat meisje is knap.
Die boeken zijn interessant.
Die tapas zijn heel lekker.
Slide 7 - Slide
De vorm
dd
Aquel
chic
o
es amable.
Aquella
chic
a
es guapa.
Aquellos
libr
os
son interesantes.
Aquellas
tap
as
son muy ricas.
Die jongen daarginds is aardig.
Dat meisje daarginds is knap.
Die boeken daarginds zijn interessant.
Die tapas daarginds zijn heel lekker.
Slide 8 - Slide
Samenvatting
Slide 9 - Slide
De neutrale vorm
¿Qué es esto? - Es un móvil
¿Qué es eso? - Es una lámpara
De neutrale aanwijzende voornaamwoorden
esto
,
eso
en
aquello
worden gebruikt
om naar iets te verwijzen wat onbekend is of waarover in algemene zin gesproken
wordt. Ze worden niet gebruikt om naar personen te verwijzen.
Wat is dit? - Het is een telefoon.
Wat is dat? Het is een telefoon.
Slide 10 - Slide
Practicar
¿Qué? Tarea 1.5, ej. 1, pág. 18 (LA)
¿Cómo? En parejas
¿Tiempo? 20 minutos
¿Listo? Ej. 1.4 y 1.17 (LE)
Slide 11 - Slide
_____hermano es trabajador.
afstand = aquí
A
este
B
ese
C
aquello
D
aquel
Slide 12 - Quiz
_____zapatos son negros.
afstand = allí
A
estas
B
esos
C
aquello
D
aquellos
Slide 13 - Quiz
_____camisetas de aquí son baratas.
A
estos
B
estas
C
aquellas
D
esas
Slide 14 - Quiz
Y_______alumna de ahí,
¿de qué curso es?
A
esta
B
esa
C
esas
D
aquellas
Slide 15 - Quiz
Vul in:
____ mujer de ahí está muy nerviosa.
Slide 16 - Open question
Vul in:
____ hombre de allí lleva una camisa.
Slide 17 - Open question
Practicar
¿Qué? Tarea 1.5, ej. 1, pág. 18 (LA)
¿Cómo? En parejas
¿Tiempo? 15 minutos
¿Listo? Ej. 1.4 y 1.17 (LE)
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Los pronombres demostrativos los entiendo....
A
muy bien
B
bien
C
regular
D
mal
Slide 20 - Quiz
Fin de la clase...
* ¿Qué salió bien?
* ¿Qué puede mejorar?
* ¿Próxima clase?
Ej. 1, pág. 18 (LA)
Ej. 1.4 y 1.17 (LE)
Slide 21 - Slide
More lessons like this
Tarea 3, Iets aanwijzen (30-5)
May 2023
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Iets aanwijzen
2 days ago
- Lesson with
22 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Iets aanwijzen met voornaamwoorden (7-5)
May 2020
- Lesson with
21 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Tarea 2, Iets aanwijzen (28-5)
May 2021
- Lesson with
20 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Iets aanwijzen met voornaamwoorden (6-5)
May 2020
- Lesson with
23 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Bezittelijke en aanwijzende vnw
October 2024
- Lesson with
24 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Tarea 1, iets aanwijzen & herhaling (29-9)
September 2022
- Lesson with
30 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Tarea 1, iets aanwijzen & herhaling (28-9)
September 2022
- Lesson with
35 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1