2HV - 2.4 Absolute vorsten

Programma
  1. Voorkennis absolutisme                                                        (10 min) 
  2. Introductie H3.                                                                           (15 min) 
  3.  Aan de slag met doel 1 & 2                                                    (20 min)
  4. Asluiting                                                                                        (5 min)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Programma
  1. Voorkennis absolutisme                                                        (10 min) 
  2. Introductie H3.                                                                           (15 min) 
  3.  Aan de slag met doel 1 & 2                                                    (20 min)
  4. Asluiting                                                                                        (5 min)

Slide 1 - Slide

2.4 Absolutisme

Slide 2 - Slide

Drie voorbeelden van een verwerking
1. 
2. 
3. 
Succescriteria samenwerken
1. Enkel bezig zijn met jouw schouderpartner. 
2. Fluistertoon. 
3. Er wordt alleen gesproken over het werk. 
Opdracht 
1. Bekijk in tweetallen bovenstaande drie verwerkingen. Jullie hoeven niet de inhoud te lezen, bekijk alleen de vorm. Kies een top 3.
2. Noem drie onderdelen die jullie goed vinden aan jullie eerste keuze. Noteer deze. 

Slide 3 - Slide

 §Titel paragraaf 
 (kort het leerdoel) 
Antwoorden
Welke onderdelen moet jij uit een geschiedenistekst kennen? 


















Samenvatting 
  1. De leerdoelen inclusief antwoord
  2. Historische begrippen 
  3. Historische personen 
  4. Jaartallen 
  5. Moeilijke woorden!  
  1. Antwoorden leerdoelen
  2. Betekenis van de historische begrippen
  3. Beschrijving van de historische persoons
  4. Beschrijving van de gebeurtenissen uit het jaartal.
  5. Betekenis moeilijk woord

Slide 4 - Slide

 §2.4 Absolute vorsten
 (kort het leerdoel) 
Antwoorden



hhh
















Samenvatting 
12. Ik kan uitleggen wat absoluut bestuur is en hoe dit functioneerde in Frankrijk  door: (blz. 86/87)
- Uit te leggen welke drie dingen Lodewijk 14e deed om alle macht in handen te krijgen. 
- Uit te leggen wat absolutisme inhield.
- Uit te leggen op welke drie manieren Lodewijk de 14e zijn macht probeerde vast te houden. 
Absolutisme 
Lodewijk XIV
1671
Moeilijke woorden!  
  1. Lodewijk nam zelf alle besluiten (nieuwe wetten, belastingen etc.)
  2. Baas van alle ministers en ambtenaren
  3. Hij was de hoogste rechter
  • Absolutisme hield in: Vorst die onbeperkte macht heeft.
  1. Adel moest aan zijn hof wonen (Versailles)
  2. Verbeteren economie door mercantilisme.
  3. God had Lodewijk uitgekozen om te mogen regeren (goddelijk recht)
  4. Permanent beroepsleger.  
  • Absolute Franse vorst 
  • Aanval op de Republiek door Lodewijk XIV
  • Betekenis moeilijk woord

Slide 5 - Slide

12. Ik kan uitleggen wat absoluut bestuur is en hoe dit functioneerde in Frankrijk. (blz. 94)
- Leg uit welke drie dingen Lodewijk 14e deed om alle macht in handen te krijgen. 
  1. Lodewijk nam zelf alle besluiten (nieuwe wetten, belastingen etc.) 
  2. Baas van alle ministers en ambtenaren
  3. Hij was de hoogste rechter
- Leg uit wat absolutisme inhield.
  • Vorst die onbeperkte macht heeft.
- Leg drie manieren uit hoe Lodewijk de 14e zijn macht probeerde vast te houden. 
  1. Adel moest aan zijn hof wonen (Versailles) 
  2. Verbeteren economie door mercantilisme.
  3. God had Lodewijk uitgekozen om te mogen regeren (goddelijk recht) 
  4. Permanent beroepsleger.  

Slide 6 - Slide

a) Leg uit door welke bestuursvorm Frankrijk werd geregeerd in de 18e eeuw.
b) In de brugklas heb jij al geleerd welke drie standen er waren in de middeleeuwse samenleving. Noem ze eens op.

Slide 7 - Open question

11. Ik kan uitleggen hoe de koningen sinds de late middeleeuwen meer probeerden te krijgen. (blz.94)
- Leg uit waarom koningen minder macht hadden in de vroege middeleeuwen. 
  • Weinig geld in omloop
  • Afhankelijk van edelen voor een leger, inruil hiervoor kregen edelen land om te mogen besturen. (leenstelsel)
- Leg uit hoe koningen de probeerden de macht van andere edelen probeerden te verkleinen. 
  • Doordat er meer in geld inloop kwam (meer belasting te heffen) konden koningen eigen ambtenaren en soldaten inhuren, zo waren niet afhankelijk meer van de adel. 
  • Vanaf de late middeleeuwen werd macht van koningen zo steeds groter. 

Slide 8 - Slide

2.4 Absolute vorsten
13. Ik kan enkele gevolgen noemen van de invoering van absolute macht in Rusland. (blz. 96)
- Leg uit hoe Peter de grote een machtig en modern land maakte van Rusland. 


14. Ik kan uitleggen waarom de Engelse koning geen absolute macht had. (blz. 97)
- Leg uit welke rol het parlement vervulde in Engeland en waarom dit tot een conclict leiden met Karel 1. 
- Leg de rol uit van Karel 2. 
- Leg de rol uit van Jacob II
- Leg de rol uit van Willem III 

Slide 9 - Slide

3.1 De Verlichting
1. Jij een beschrijving geven van de standensamenleving in het Ancien Regime. 
- Verklaar hoe je in een stand terecht kwam. 
- Leg uit wat privileges en het ancien regime waren. 
- Geef een beschrijving van de bovenste laag van de derde stand. 

2. Jij kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was. 
- Leg uit wat mensen dankzij de ratio beter leren begrijpen. 
- Leg uit met een voorbeeld wat dit denken inhoudt. 
- Verklaar wat religieuze tolerantie inhoudt. 

Maak 6 t/m 12 op blz. 128 & 129. 

Slide 10 - Slide

 §3.1 De Verlichting
 (kort het leerdoel) 
Antwoorden



hhh
















Samenvatting 
1.Ik kan een beschrijving geven van de standensamenleving in het Ancien Regime.- Verklaar hoe je in een stand terecht kwam.
- Leg uit wat privileges en het ancien regime waren.
- Geef een beschrijving van de bovenste laag van de derde stand.




Ancien Regime 
Privileges
Lodewijk XIV
1671
Moeilijke woorden!  
- Verklaar hoe je in een stand terecht kwam.
  • Jouw geboorte bepaalde als sinds de middeleeuwen jouw plaats en taak.
- Leg uit wat privileges en het ancien regime waren.
  •  geestelijken en adel bezaten de grond en allerlei voorrechten (privileges) zoals het niet betalen van belasting.
  • Ancien regime; het oude bestuur, dit waren de absolute vorsten.
- Geef een beschrijving van de bovenste laag van de derde stand.
  • Rijke burgers uit steden (rijk geworden van handel), deze werden de bourgeoisie genoemd. 
  • Absolute Franse vorst 
  • Aanval op de Republiek door Lodewijk XIV
  • Betekenis moeilijk woord

Slide 11 - Slide

1.Ik kan een beschrijving geven van de standensamenleving in het Ancien Regime. 
- Verklaar hoe je in een stand terecht kwam.
  • Jouw geboorte bepaalde als sinds de middeleeuwen jouw plaats en taak.
- Leg uit wat privileges en het ancien regime waren.
  •  geestelijken en adel bezaten de grond en allerlei voorrechten (privileges) zoals het niet betalen van belasting. 
  • Ancien regime; het oude bestuur, dit waren de absolute vorsten. 
- Geef een beschrijving van de bovenste laag van de derde stand.
  • Rijke burgers uit steden (rijk geworden van handel), deze werden de bourgeoisie genoemd. 

Slide 12 - Slide

2. Jij kunt uitleggen dat de Verlichting een nieuwe manier van denken was. 
- Leg uit wat mensen dankzij de ratio beter leren begrijpen.
  • Mensen moesten vertrouwen in hun eigen verstand (ratio). 
  • Door rationeel te denken zouden mensen de wereld beter begrijpen en kunne veranderen. 
- Leg uit met een voorbeeld wat dit denken inhoudt.
  • Wetenschappers verklaarden natuurrampen niet langer als een straf van god maar zochten logische verklaringen. 
  • Het gebruiken van het verstand om de wereld te verbeteren wordt de Verlichting te genoemd. 
- Verklaar wat religieuze tolerantie inhoudt. 
  • Verlichte denkers vonden dat niet alles wat de kerk zou waarheid was, mensen moesten daarom vrij zijn om te geloven wat zij wilde. 

Slide 13 - Slide