H.6 Tweede Wereldoorlog - Histoclips met vragen

1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video


Uit een toespraak van een regeringsleider (1938):
"We hebben het Tsjechoslowaakse probleem opgelost. Hier is het document met onze handtekeningen. Het is, naar mijn mening, het begin van een veel grotere vrede voor Europa. Ik heb vanmorgen nog een gesprek gehad met de Duitse rijkskanselier, meneer Hitler, en wij hebben beiden de overeenkomst ondertekend. 
 Wij willen met deze overeenkomst laten zien dat onze twee volken nooit meer oorlog met elkaar willen voeren". 
Uit welk land kwam de regeringsleider die deze toespraak hield? 
En naar aanleiding van welke gebeurtenis hield hij deze toespraak? 
A
Land: Groot-Brittannië, naar aanleiding van: de Conferentie van München
B
Land: Groot-Brittannië, naar aanleiding van: het tekenen van het niet-aanvalsverdrag
C
Land: Sovjet-Unie, naar aanleiding van: de Conferentie van München
D
Land: Sovjet-Unie, naar aanleiding van: het tekenen van het niet-aanvalsverdrag

Slide 3 - Quiz

Het 1000-jarige Derde Rijk van Adolf Hitler heeft geen 1000 jaar bestaan, maar ....
A
5 jaar
B
12 jaar
C
18 jaar
D
21 jaar

Slide 4 - Quiz

Adolf Hitler was de dictator van nazi-Duitsland.

Ook Mussolini was een dictator, maar van welk land?
A
Spanje
B
Griekenland
C
Italië
D
Geen van de genoemde landen is juist

Slide 5 - Quiz

Japan was een bondgenoot van Duitsland .

Wat heeft niets te maken met de WO2 in Azië?
A
Bevrijden van imperialistische landen
B
Hiroshima en Nagasaki
C
Alle Japanners in 1 rijk
D
Op zoek naar grondstoffen

Slide 6 - Quiz

Duitsland, Italië en Japan waren bondgenoten van elkaar.

Welke land was de aartsvijand van deze drie landen?
A
De Verenigde Staten
B
De Sovjet-Unie
C
Polen
D
Geen van de genoemde landen is juist

Slide 7 - Quiz

Vanaf 1938 begon Adolf Hitler de eerste drie buurlanden in te nemen.

Bij welk antwoord staan deze drie buurlanden in de juiste tijdsvolgorde?
A
Tsjechië -> Polen -> Oostenrijk
B
Oostenrijk -> Polen -> Tsjechië
C
Polen -> Tsjechië -> Oostenrijk
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 8 - Quiz

Welk land heeft nazi-Duitsland in het begin van de Tweede Wereldoorlog deels bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Italië
D
Polen

Slide 9 - Quiz

Mussolini was een ....
A
nationalist
B
imperialist
C
fascist
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 10 - Quiz

Hiernaast zie je een spotprent over twee politieke leiders (1939).

Naar aanleiding van welke politieke gebeurtenis is deze spotprent gemaakt?
Wie is het slachtoffer?

Slide 11 - Open question

Hiernaast zie je nogmaals een bron over dezelfde gebeurtenis.

Is het waarschijnlijk dat deze spotprent in 1939 is verschenen in een Duitse krant?
A
Ja, want door de censuur werd de publicatie van spotprenten over deze twee politieke leiders goedgekeurd.
B
Ja, want door de propaganda mochten er weer spotprenten worden gepubliceerd.
C
Nee, want door de censuur mochten er geen spotprenten over deze twee politieke leiders worden gepubliceerd.
D
Nee, want door de propaganda werd de publicatie van alle spotprenten verboden.

Slide 12 - Quiz

Adolf Hitler verbreekt in de zomer van 1941 (opnieuw) een belofte door ...
A
een bondgenootschap aan te gaan met Japan
B
de Sovjet-Unie aan te vallen.
C
de Amerikaanse vloot op Hawaii te vernietigen
D
De Verenigde Staten de oorlog te verklaren

Slide 13 - Quiz

Op de poster hiernaast staat: Samen naar de overwinning!
Op het mes links staat de vlag van Groot-Brittannië.
Op het mes rechts staan een hamer en sikkel.
De schedel stelt Hitler voor.

Wanneer werd deze poster gebruikt?
En bij welk bondgenootschap hoort de poster?
A
gebruikt vóór 1941, bondgenootschap: As-mogendheden
B
gebruikt vóór 1941, bondgenootschap: Geallieerden
C
gebruikt na 1941, bondgenootschap: As-mogendheden
D
gebruikt na 1941, bondgenootschap: Geallieerden

Slide 14 - Quiz

Hiernaast zie je een poster uit de Tweede Wereldoorlog met als titel: De succesvolle
aanvallen van de Engelse luchtmacht (1942).
Door wie en waarom werd tijdens de Tweede Wereldoorlog deze poster gebruikt als propaganda?
A
Door de Duitsers, omdat ze wilden laten zien dat de Engelse bombardementen geen effect hadden.
B
Door de Duitsers, omdat ze wilden laten zien welke gevolgen de bombardementen hadden voor de Engelse bevolking.
C
Door de Engelsen, omdat ze wilden laten zien dat de Engelse bombardementen veel effect hadden.
D
Door de Engelsen, omdat ze wilden laten zien welke gevolgen de bombardementen hadden voor de Engelse bevolking.

Slide 15 - Quiz

Hieronder staan vier punaises van gebeurtenissen tijdens de
Tweede Wereldoorlog. Klik op de punaise voor de omschrijving. Sleep elke punaise naar de juiste omschrijving:
Deze hoofdstad wordt door de Duitse luchtmacht gebombardeerd.
Maar ondanks deze aanvallen houdt het land stand. 
Door een Duits bombardement komen meer dan 800 mensen om het
leven en geeft dit land zich over. 
Het vernietigingskamp Auschwitz wordt bevrijd door het Sovjetleger.
Na maanden van omsingeling geeft een groot deel van het Duitse
leger zich over aan de Sovjetlegers. Deze gebeurtenis heet ook wel Operatie Barbarossa. 

Slide 16 - Drag question

Bekijk hiernaast een print screen van 6:40.

Van wie zijn de twee zwarte schepen rechts op de afbeelding?
A
Van China
B
Van Japan
C
Van de Verenigde Staten
D
Van de Sovjet-Unie

Slide 17 - Quiz

Sleep de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van links naar rechts):
Eerste gebeurtenis
Tweede gebeurtenis
Derde gebeurtenis
Vierde gebeurtenis
Vijfde gebeurtenis
Nazi-Duitsland valt Polen binnen.
Japan vernietigt de Amerikaanse vloot op Hawaii (Pearl Harbor)
Hitler verbreekt een belofte met Stalin.
Duitsland verklaart de oorlog aan de Verenigde Staten.
Hitler wordt rijkskanselier van Duitsland.

Slide 18 - Drag question

Bekijk hiernaast een print screen van 9:10.

Welke 3 vlaggen van geallieerde landen waren te zien bij de rode kruisjes (zie onderin plaatje)?
A
De Verenigde Staten, Frankrijk en Spanje
B
De Verenigde Staten, Canada en Groot-Brittannië
C
Canada, Australië en de Verenigde Staten
D
Nieuw-Zeeland, Groot-Brittannië en Frankrijk

Slide 19 - Quiz

Bekijk hiernaast een print screen van 9:55.

Welke gebeurtenis zie je op de afbeelding?
A
De Japanse aanval op de Amerikaanse vloot op Hawaii
B
de Slag om Engeland
C
D-Day
D
Het gooien van atoombommen op Japanse steden.

Slide 20 - Quiz

Waar heeft D-day plaatsgevonden?
A
Duitsland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Japan

Slide 21 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Franrijk was eerder bevrijd door de Geallieerden dan Nederland.

II. De Geallieerden bevrijdden eerst het noorden van Nederland, daarna het zuiden van Nederland.

A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak I is juist
D
Alleen uitspraak II is juist

Slide 22 - Quiz

De leider van het Geallieerde land Frankrijk was de Gaulle.
Sleep de namen van de andere leiders van Geallieerde landen naar de juiste plek:
Churchill
Roosevelt
Stalin

Slide 23 - Drag question

Door wie en met welke reden is deze poster verspreid?
A
Door de Duitse bezetter, om de Franse bevolking te laten zien dat het verzet alléén staat in de strijd tegen de nationaal-socialisten.
B
Door de Duitse bezetter, om de Franse bevolking te laten zien dat ze samen tegen het communisme vechten.
C
Door het Franse verzet, om de bevolking te laten zien dat ze niet alleen staan in de strijd tegen de nationaal-socialisten
D
Door het Franse verzet, om de Geallieerden te laten zien dat ze tegen het communisme vechten.

Slide 24 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Japan gaf zich eerder over dan Duitsland.

II. De Verenigde Staten heeft atoombommen gegooid op de Chinese steden Hiroshima en Nagasaki.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak I is juist
D
Alleen uitspraak II is juist

Slide 25 - Quiz

Twee uitspraken:

I. Japan gaf zich eerder over dan Duitsland.

II. De Verenigde Staten heeft atoombommen gegooid op de Chinese steden Hiroshima en Nagasaki.
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak I is juist
D
Alleen uitspraak II is juist

Slide 26 - Quiz

Een oude examenvraag: Door de tijd heen: Hieronder staan vijf gebeurtenissen die te maken hebben met Duitsland in de periode 1918-1939.
Sleep de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde (van links naar rechts):
Eerste gebeurtenis
Tweede gebeurtenis
Derde gebeurtenis
Vierde gebeurtenis
Vijfde gebeurtenis
Duitsland wordt lid van de Volkenbond. 
Duitsland valt Polen binnen. 
Duitsland raakt door de Beurskrach onmiddellijk in zware economische
problemen. 
Duitsland en de Sovjet-Unie sluiten een niet-aanvalsverdrag. 
De Conferentie van München vindt plaats. 

Slide 27 - Drag question