3H - Satzanalyse

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herzlich Willkommen!

Dienstag, 8. März 2022

Heute: Grammatik E - Satzanalyse [uitleg]

Doel voor vandaag: 

*Ik kan in een zin de eerste, derde en vierde naamval bepalen.

*Ik kan zinnen ontleden.

*Ik kan de voorzetsels met de 3e en de 4e naamval

gebruiken in combinatie met de persoonlijke

voornaamwoorden.

[3.5] Grammatik E - Zinsontleding

Welke naamval hoort bij welk zinsdeel? 

1e naamval

2e naamval

3e naamval

4e naamval

DATIV

AKKUSATIV

NOMINATIV

GENITIV

onderwerp

meewerkend voorwerp

lijdend voorwerp

bezitsrelatie

Je kunt op twee manieren bepalen of het zinsdeel onderwerp, meewerkend voorwerp of lijdend voorwerp in de zin is.

Welke twee manieren van ontleden zijn dat?

Welke manier van ontleden vind jij het prettigst?

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Ich habe KEIN GELD mehr.

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Was willst DU alles kaufen?

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Wir wollen DEN TOURISTEN Wien zeigen.

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Isst du jeden Tag EINE BANANE?

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Ich bezahle MEINER FREUNDIN die fünf Euro zurück.

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Die Milch haben WIR leider vergessen.

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Linus will DICH gern am Wochenende besuchen.

Bepaal de grootgeschreven zinsdeel, noteer ook de naamval.

Er schenkt IHM ein T-Shirt.

Mache jetzt Aufgabe 9 und 10 in deinem Buch. 

(Seite 152)

Vergeet je weektaak van week 9 en 10 niet! [zie planner]
Volgende week wordt het gecheckt!