2.1 TL HAVO

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 2

2.1 Botten

2.2 Botten bewegen

2.3 spieren

week 49: Toets (SO) botten

2.4 blessures

2.5 samenhang

Week 51: toets hfd 2

Hoeveel botten heb je?

1. 80
2. 354
3. 206
4. 945

Hoe heet het orgaanstelsel van je botten?

1. spierstelsel
2. skelet
3. wervelkolom
4. geraamte

Hoe komt het dat baby's bijna nooit hun botten breken?

1. Hun botten zijn buigzaam door de hoeveelheid lijmstof.
2. Zij bewegen bijna niet en dus ook weinig ongelukken.
3. Omdat ze nog veel melk drinken en melk is goed voor je botten.
4. Ze breken wel hun botten maar het valt niet op omdat ze toch altijd al veel huilen.

2.1 Botten 

orgaan --> bot

orgaanstelsel --> skelet 

functie --> stevigheid, vorm, bescherming, beweging.

206 botten
kleinste: stijgbeugel

grootste: dijbeen 

Hoe zit je skelet in elkaar?

Schedel, wervelkolom, borstkas, bekken, ledematen

halswervels

borstwervels (zitten ribben aan vast)

lendenwervels

vergroeide wervels: 

heiligbeen (zit heupbeen aan vast)

staartbeen

Hoe zit een bot in elkaar?

Bot/been: veel kalk, beetje lijmstof

kraakbeen: veel lijmstof, beetje kalk

<-- Opbouw van een bot

soorten botten

Pijpbeenderen: lang en dun, bevatten geel beenmerg met vet.

Platte beenderen: plat en breed, bevatten rood beenmerg dat bloedcellen vormt.

Bot en Baby

Veel lijmstof en weinig kalk

Hoe ouder je wordt hoe meer kalk je botten hebben.

De kans op een botbreuk neemt toe.

Groeischijven:
Deze maken nieuw kraakbeen aan waardoor je botten groeien. Dat kraakbeen veranderd langzaam in bot.

Wervelkolom

Vangt schokken op door:

1.Kraakbeenschijven

2. Dubbele s vorm

wervellichaam = stevigheid

wervelgat= ruggenmerg

uitsteeksel= zit rib aan vast

Wervels

Wervellichaam

wervelgat

uitsteeksels

Aan de slag

Maken les 2.1
Opdr 2 tm 23

TL mag blauwe ster overslaan

Havo mag groen cirkeltje overslaan

Klaar? opdr 24 en 25

Alles wat je niet af hebt is huiswerk voor volgende keer