Thema 4 vervoer les 1

Thema 4 vervoer les 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
EngelsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 4 vervoer les 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we leren?
- Woorden en zinnen schrijven, uitspreken en lezen die met vervoer te maken hebben.

Slide 2 - Slide

Traffic

Slide 3 - Mind map

Opdracht 1:

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Opdracht 3: lees en luister mee

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Lees het lijstje met woorden op blz 18 goed door.
Boek dicht! Even kijken of jullie goed hebben opgelet.

Wat beteken de volgende woorden, van Engels naar Nederlands en van Nederlands naar Engels
timer
2:00

Slide 10 - Slide

Hebben
A
Have
B
Haben
C
His
D
Hove

Slide 11 - Quiz

Need
A
Naald
B
Heb nodig
C
Nee
D
Naad

Slide 12 - Quiz

Driver
A
Drijven
B
Dronken
C
Rijden
D
Chauffeur

Slide 13 - Quiz

Travel by public
A
Met de auto reizen
B
Samen met anderen reizen
C
Met het openbaar vervoer reizen
D
Vliegen

Slide 14 - Quiz

Passenger
A
Machinist
B
Passagier
C
Chauffeur
D
Passen

Slide 15 - Quiz

Travel
A
Snel
B
Passagier
C
Reizen
D
Passen

Slide 16 - Quiz

Neem
A
Name
B
Pakken
C
Take
D
Nee

Slide 17 - Quiz

Dreams
A
Dromen
B
Creme
C
Reizen
D
Passen

Slide 18 - Quiz

Metro
A
Metro
B
Train
C
Underground
D
Rails

Slide 19 - Quiz

Je boek mag weer open op blz 120

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Laatste klassikale opdracht alweer!

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide

Maak opdracht 13 en 15 tm 20 in je boek.

Op studiemeter maak je alles van woorden
timer
30:00

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

Einde les

Slide 34 - Slide