3.1 reading (9-12)

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

Hello V1KT1! :) 

Phone in the phonebag? Coat in the hallway? Books, notebook, Chromebook & a pen on your table? Awesome!

Today:

1. Recap

2. Vocabulary

3. Grammar:

a / an &  to be

4. Get to work! 

Goals (at the end of this lesson...) :

- Heb je geoefend met nieuwe woordjes.

- Weet je hoe je 'to be' gebruikt.

- Weet je wanneer je 'a' en 'an' gebruikt. 

- Heb je goed meegedaan. 

1. Recap

Wat was ook al weer het onderwerp van hoofdstuk 3?

Wat verwacht je dit hoofdstuk te gaan leren?

2. Vocabulary

Kijk even mee naar de vocabulary van unit 3.1 in je tekstboek. 

2. Vocabulary

We gaan elkaar overhoren.

Bijvoorbeeld:

Leerling A: "Leerling B, how do you say 'gratis' in English?"

Leerling B: "Free. Leerling C, how do you say 'laarzen' in English?" 

1. Wat was een werkwoord ook al weer?
2. Waar ligt de 'vorm' van een werkwoord aan? Waar kijk je dan naar?

Wat was ook al weer de betekenis van het werkwoord 'to be'?

1. hebben
2. zijn
3. kunnen
4. moeten

Welke drie soorten zinnen waren er ook al weer?

Vertaal de volgende zin naar het Engels. Let op hoofdletters en punten!
Mijn zus is gemeen.

Maak de volgende zin ontkennend:
They are very tired.

Wat zijn klinkers en wat zijn medeklinkers?

a / an

Wat valt je op als je kijkt naar de twee verschillende rijtjes?

A cat

A banana

A school

A letter

An apple

An egg

An ugly colour

An old man

Een: a / an

Je zet 'a' voor een woord als je een medeklinker hoort.

Je zet 'an' voor een woord als je een klinker hoort.

A cat

A banana

A school

A letter

An apple

An egg

An ugly colour

An old man

a / an girl

1. a
2. an

a / an orange

1. a
2. an

a / an princess

1. a
2. an

Een: a / an

Let op! Het gaat om wat je HOORT.

A cat

A banana

A unicorn

An apple

An egg

An hour

Bij het woordje 'unicorn' hoor je de 'j'.

Bij het woordje 'hour' hoor je de 'ou'.

4. Get to work

Do:

Unit 3.1 reading

• Opdracht 7 & 8 (WB)
• Opdracht 1 t/m 6 als je die dinsdag nog niet af had (WB).  

Klaar? 
Practise more (online)

How?

- Eerste 10 minuten in stilte.

- Daarna zachtjes overleggen.

- Steek je hand op bij vragen.

- Muziek via je Chromebook.

Goals:
- Wat betekent het werkwoord 'to be'?
- Wanneer gebruik je 'a' en wanneer gebruik je 'an'?

Homework

Noteer in je agenda voor maandag 13 december (1e uur):

Unit 3.1 reading

Maken: Opdracht 1 t/m 8

Leren: Vocabulary 3.1