Groep 4 - taal in beeld - blok 4, les 7 - lichaamstaal en stemgebruik

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Doel

Je leert bij het spreken op je eigen stem en lichaamstaal te letten.

Hoe voelt hij zich?

1. blij
2. moe

Hoe voelt zij zich?

1. boos
2. verveeld

Hoe voelt hij zich?

1. verdrietig
2. blij

Hoe voelt hij zich?

1. boos
2. blij

Gedicht

Luister naar het gedicht en kijk naar de meester. Je krijgt hier zo een vraag over.

Wat hoor en zag je?

1. harde en hoge stem
2. harde en lage stem
3. zachte en hoge stem
4. zachte en lage stem

Hoe voelt de dichter zich?

De dichter:

1. is boos
2. verveelt zich
3. is vrolijk
4. is verdrietig

Opdracht: uitbeelden

A. Je bent erg trots. Je hebt een heel erg grote vis gevangen.

B. Je bent teleurgesteld. Je hebt een heel kleine vis gevangen.

C. Je bent bang. Er hangt een haai aan je hengel.

Je maatje moet na het uitbeelden raden of het A, B of C is.