5.4 Als je zonder werk zit

5.4 Als je zonder werk zit
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.4 Als je zonder werk zit

Slide 1 - Slide

Vandaag..


  • Nakijken             ->   10 minuten
  • Herhalen            ->   15 minuten
  • Opdrachten      ->   20 minuten




Slide 2 - Slide

Lesdoelen
1. Je leert wat werkloosheid is en wat de gevolgen zijn.
2. Je leert wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent.
3. Je leert wat conjuncturele werkloosheid is.
4. Je leert wat structurele werkloosheid is.
5. Je leert wat frictiewerkloosheid, seizoenswerkloosheid en regionale werkloosheid is.

Slide 3 - Slide

Wanneer officieel werkloos?
Je bent werkloos als:
  • Tussen de 15 jaar en pensioenleeftijd bent
  • En geen baan hebt
  • En actief opzoek bent naar een (nieuwe) baan

Werkloosheid ontstaat wanneer het aanbod van arbeid groter is dan de vraag ernaar.

Slide 4 - Slide

Wat doet het nu met jou?
Werkloosheid heeft grote invloed op je leven:

  • je inkomen daalt
  • je verliest het contact met je collega’s
  • je moet misschien verhuizen

Slide 5 - Slide

 Ontslagen, en dan?

  • Melden bij het UWV
  • geregistreerd werkloos (ingeschreven bij UWV)
  • UWV kijkt of je recht hebt op een uitkering
  • UWV helpt bij het zoeken naar een baan
  • Niet melden bij UWV
  • verborgen werkloos (niet ingeschreven bij UWV)



Slide 6 - Slide

Soorten werkloosheid

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Seizoenwerkloosheid
4. Regionale werkloosheid
5. Frictiewerkloosheid

Slide 7 - Slide

Conjuncturele werkloosheid
In de economie zijn er goede en slechte periodes.
Deze schommelingen noem je conjunctuur.




  • Meestal tijdelijk
  • Verdwijnt als het beter gaat met de economie


Conjuncturele werkloosheid

Slide 8 - Slide

Structurele werkloosheid
Blijvend
Robots en machines 
i.p.v. mensen
Fabriek verplaatsen 
naar lagelonenlanden
Stoppen met produceren
Niet de juiste opleiding

Slide 9 - Slide

Frictiewerkloosheid







Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele werkloosheid voorkomen
Solliciteren, tijdelijk werkloos

Slide 10 - Slide

Seizoenwerkloosheid
  • Tijdelijk  (door verandering van seizoen)
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele werkloosheid voorkomen.

Slide 11 - Slide

Regionale werkloosheid

  • Verschil tussen regio's
  • Kan tegelijkertijd met conjuncturele en structurele werkloosheid voorkomen

Slide 12 - Slide

Soorten werkloosheid

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Seizoenwerkloosheid
4. Regionale werkloosheid
5. Frictiewerkloosheid

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 15 - Slide

Soorten werkloosheid

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Structurele werkloosheid
3. Seizoenwerkloosheid
4. Regionale werkloosheid
5. Frictiewerkloosheid

Slide 16 - Slide

Wanneer het werk wordt overgenomen door machines is dit...
A
Structurele werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Frictie werkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 17 - Quiz

Welk soort werkloosheid is dit?

"Tijdens perioden van crisis"
A
Regionale werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenwerkloosheid
D
Conjuncturele werkloosheid

Slide 18 - Quiz

Welk soort werkloosheid is dit? "Als mensen net van school komen of net ontslagen zijn"
A
Structurele werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 19 - Quiz

Welk soort werkloosheid is dit? "In Overijssel is meer werkloosheid dan gemiddeld in het land"
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictiewerkloosheid
C
Seizoenwerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 20 - Quiz

Sleep de juiste vorm van werkloosheid naar de juiste beschrijving.
Cindy heeft haar mbo-diploma gehaald en zoekt een baan.
De werkloosheid in Zuid-Holland is hoger dan het landelijk gemiddelde.
Walter is skileraar in de Zwitserse Alpen.
Regionale werkloosheid
Seizoen- werkloosheid
Frictie- werkloosheid

Slide 21 - Drag question

Aan de slag!
  • Wat:       Rekenen maken
  • Hoe:      Zelfstandig & Stil
  • Hulp:     Vraag aan de docent!
  • Tijd:       20 minuten
  • Klaar?   Steek je vinger op!




Slide 22 - Slide

Huiswerk..
Leren voor de begrippentoets!

Slide 23 - Slide

En tot de volgende les!

Slide 24 - Slide