A5 redox 1

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Binas, meeschrijven, vragen stellen!

Wat voor vergelijking is
CaO (s) + H2O (l) → Ca2+ (aq) + 2OH- (aq)

1. Oplosvergelijking
2. Neerslag
3. Zuur-base

Wat voor vergelijking is
CaSO4 (s) → Ca2+ (aq) + SO42- (aq)

1. Oplosvergelijking
2. Neerslag
3. Zuur-base

Wat voor vergelijking is
CaCO3 (s) + 2H3O+ (aq) → Ca2+ (aq) + CO2 (g) + 3H2O (l)

1. Oplosvergelijking
2. Neerslag
3. Zuur-base

Hoeveel elektronen heeft natrium?
Hoeveel elektronen heeft natrium-ion?

Vergelijking:
Fe2(SO4)3 (s) → 2Fe3+ + 3SO42- (aq)

1. Oplosvergelijking
2. Neerslag
3. Zuur-base
4. Redox

Vergelijking:
2Fe (s) + O2 (g) + 2 H2O (l) → 2Fe2+ (aq) + 4 OH- (aq)

1. Oplosvergelijking
2. Neerslag
3. Zuur-base
4. Redox

Vergelijking:
2Fe (s) + O2 (g) → 2FeO (s)

1. Oplosvergelijking
2. Neerslag
3. Zuur-base
4. Redox

De reactie:
F2 + 2e- → 2F-

1. is van een oxidator
2. is van een reductor

De reactie:
Zn → Zn2+ + 2e-

1. is van een oxidator
2. is van een reductor

De reactie:
Fe3+ → Fe2+
(e- ontbreken)

1. is van een oxidator
2. is van een reductor

De reactie:
N2O + H2O → 2NO + 2H+
(e- ontbreken)

1. is van een oxidator
2. is van een reductor