Poëzie 6 vwo

Poëzie
Bij poëzie is de afspraak dat het iets wil overbrengen.

In poëzie probeert een dichter met taal iets te zeggen wat zich niet eerder in taal liet omschrijven.
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Poëzie
Bij poëzie is de afspraak dat het iets wil overbrengen.

In poëzie probeert een dichter met taal iets te zeggen wat zich niet eerder in taal liet omschrijven.

Slide 1 - Slide

Bespreken: opdracht beeldspraak, blz. 21-22
en opdracht stijlfiguren, blz. 28

Vragen?

Slide 2 - Slide

De idioot in het bad

Met opgetrokken schouder, toegeknepen ogen,
haast dravend en vaak hakend in de mat,
lelijk en onbeholpen aan zusters arm gebogen, 
gaat elke week de idioot naar 't bad.

De damp die van het water slaat
maakt hem geruster: witte stoom...
En bij elk kledingstuk dat van hem afgaat, 
bevangt hem meer en meer een oud vertrouwde droom.

De zuster laat hem in het water glijden,
hij vouwt zijn dunne armen op zijn borst,
hij zucht, als bij het lessen van zijn eerste dorst
en om zijn mond gloort langzaamaan een groot verblijden.

Slide 3 - Slide

Zijn zorgelijk gezicht is leeg en mooi geworden,
zijn dunne voeten staan rechtop als bleke bloemen,
zijn lange bleke benen, die reeds licht verdorden
komen als berkenstammen door het groen opdoemen.

Hij is in dit groen water nog als ongeboren,
hij weet nog niet, dat sommige vruchten nimmer rijpen,
en heeft de wijsheid van het lichaam niet verloren
en hoeft de dingen van de geest niet te begrijpen.

En elke keer, dat hij uit het bad gehaald wordt,
en stevig met een handdoek drooggewreven
en in zijn stijve, harde kleren wordt gesjord
stribbelt hij tegen en dan huilt hij even.

Slide 4 - Slide

En elke week wordt hij opnieuw geboren
en wreed gescheiden van het veilig water-leven,
en elke week is hem het lot beschoren
opnieuw een bange idioot te zijn gebleven.

M. Vasalis

Slide 5 - Slide

1. Lees het gedicht.
2. Schrijf een eerste reactie op.
Waar gaat het gedicht volgens jou over? Welke gevoelens roept het bij je op? Spreekt het je aan? Waarom (niet)?
3. Zoek alle moeilijke woorden op en noteer de betekenis.
4. Beschrijf alle vormkenmerken.
Hoe zit het met de vers- en strofe-indeling? Wat is het rijmschema? Is er sprake van een vaste dichtvorm?
a. strofe- en versindeling
b. genre
c. rijmschema
5. Benoem alle stijlfiguren en vormen van beeldspraak en leg ze uit.
6. Noteer je definitieve interpretatie.
Wat heeft de dichter volgens jou proberen te zeggen met het gedicht?
7. Noteer je eindoordeel over het gedicht.
Is het een goed gedicht? Waarom (niet)? Is de dichter geslaagd in zijn opzet? Komt zijn boodschap over?

Slide 6 - Slide

De poplimerick
*  5 regels
* Rijmschema aabba
* De limerick heeft betrekking op een artiest/groep, een hit of (en dat is het mooiste) op beide. 
 Wat maakt het een TOPlimerick?
* De eerste regel bevat een plaatsnaam
* Alle regels rijmen strak.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Poplimerick
Een brokkenpiloot uit Hank-Dussen
Wilde zo graag zoenen maar ondertussen
Was er niemand die begreep
Waarom hij zijn mond dichtkneep 
Terwijl hij zo verlangde naar een stootkussen.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Poplimerick
Een overijverige boomchirurg uit Heeze
Heeft zij enthousiasme nu wel bewezen
Er was maar één beuk ziek
Maar hij was zo fanatiek
Dat 'ie meteen het hele bos heeft genezen.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Maak zelf een poplimerick
Bedenk samen een sterke poplimerick en de nummers worden beluisterd!

Slide 13 - Slide