H2.1-2.3 herhalen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Wat gaan we doen?

• Herhalen 2.1-2.3
• Voorbereiden op SO
• En afmaken 2.3 

Doelen §2.1

• Weten wat de gemiddelde snelheid is
• weten wat grootheden en eenheden zijn
• Weten wat standaard (SI) eenheden zijn
• Weten wat meetinstrumenten zijn en voorbeelden kennen 
• Verschil tussen analoog en digitaal meetinstrument 

§2.1

Grootheid = iets wat je kunt meten (lengte, massa, tijd) 

Eenheid= plaats je achter een getal, Geeft aan hoe groot iets is. (m, cm, kg) 

Meetinstrument= hiermee kun je grootheden opmeten. ( liniaal, weegschaal, stopwatch) 

§2.1

SI eenheden = de eenheden die internationaal zijn afgesproken als standaard eenheden 

§2.1

§2.1

Analoog = vaak wijzer die over schaalverdeling van streepjes beweeg.

Digitaal= gemeten waarde direct op het scherm zichtbaar

§2.1

Snelheid meet je in kilometer per uur (km/h) of meter per seconde (m/s)

Gemiddelde snelheid = hoe snel je gemiddeld over een afstand hebt gedaan. Dit is altijd lager dan je top snelheid omdat je moet afremmen voor een stoplichten , verkeer enz. 

Doelen 2.2 

• de formule voor de snelheid kennen
• Rekenen met snelheid 
• Omrekenen tussen m/s en km/h
• De stappen van berekeningen kennen 

§2.2

v=​t​​s​​

grootheid	symbool	eenheid	symbool
snelheid	v	meter per seconde	m/s
tijd	t	seconde	s
afstand	s	meter	m

Rekenen bij nask 

Stappenplan

1. Gegevens

2. Gevraagd

3. Formule

4. Berekening

5. Antwoord + eenheid 

§2.2

m naar km verschil van 1000

s naar uur verschil van 3600

Doelen §2.3

• weten wat constante snelheid is
• weten wat versnellen en vertragen is
• Rekenen met de versnelling
• snelheid-tijddiagram kunnen aflezen en tekenen 

 §2.3

Snelheid-tijddiagram (v-t) 

 §2.3

Versnellen = snelheid neemt toe

Vertragen = snelheid neemt af 

Eenparige versnelling/vertraging = snelheid elke seconde steeds dezelfde hoeveelheid toeneemt/afneemt. 

 §2.3

a=​t​​v​eind​​−v​begin​​​​

grootheid	sybool	eenheid	symbool
versnelling	a	meter per seconde kwadraad	m/
tijd	t	seconde	s
snelheid	v	meter per seconde	m/s

s​2​​

Goede opdrachten 

2.1= 3, 4, 5, 6, 

2.2= 13, 14, 15, 16, 18

2.3= 25, 26, 28, 29, 31

Van 2.3 nog maken = 28, 29, 31 (24 t/m 27 was huiswerk)