H2.3 2H

Wat gaan we doen?
  • Lessonup 2.2 herhalen
  • Uitleg 2.3
  • maken 2.3

Flexles maandag 7de uur 


1 / 16
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Lessonup 2.2 herhalen
  • Uitleg 2.3
  • maken 2.3

Flexles maandag 7de uur 


Slide 1 - Slide

Doelen 2.2 
  • de formule voor de snelheid kennen
  • Rekenen met snelheid 
  • Omrekenen tussen m/s en km/h
  • De stappen van berekeningen kennen 

Slide 2 - Slide

Als een auto 200 km in 4 uur aflegt, wat is zijn snelheid?
A
Snelheid = 4 / 200 = 0.02 km/u
B
Snelheid = 200 x 4 = 800 km/u
C
Snelheid = 200 / 4 = 50 km/u
D
Snelheid = 200 - 4 = 196 km/u

Slide 3 - Quiz

Je fiets 18 km/h.
Wat is de snelheid in m/s?
A
5 m/s
B
64,8 m/s
C
18 m/s
D
36 m/s

Slide 4 - Quiz

Je fiets 5 km naar school. Je doet er een kwartier over. Bereken de gemiddelde snelheid

Slide 5 - Open question

Wat gaan we doen?
  • oefenblad bespreken
  • Uitleg 2.3
  • maken 2.3

Flexles maandag 7de uur 


Slide 6 - Slide

Doelen 2.2 
  • de formule voor de snelheid kennen
  • Rekenen met snelheid 
  • Omrekenen tussen m/s en km/h
  • De stappen van berekeningen kennen 

Slide 7 - Slide

Rekenen bij nask 
Stappenplan
1. Gegevens
2. Gevraagd
3. Formule
4. Berekening
5. Antwoord + eenheid 

Slide 8 - Slide

oefenblad bespreken 

Slide 9 - Slide

Doelen §2.3
  • weten wat constante snelheid is
  • weten wat versnellen en vertragen is
  • Rekenen met de versnelling
  • snelheid-tijddiagram kunnen aflezen en tekenen 

Slide 10 - Slide

 §2.3
constante snelheid = als je snelheid niet veranderd

Auto met cruisecontrol 

Slide 11 - Slide

 §2.3
Snelheid-tijddiagram (v-t) 

Slide 12 - Slide

 §2.3
Versnellen = snelheid neemt toe
Vertragen = snelheid neemt af 

Eenparige versnelling/vertraging = esnelheid elke seconde steeds dezelfde hoeveelheid toeneemt/afneemt. 

Slide 13 - Slide

 §2.3
a=tveindvbegin
grootheid
sybool
eenheid
symbool
versnelling
a
meter per seconde kwadraad
m/
tijd
t
seconde
s
snelheid
v
meter per seconde
m/s
s2

Slide 14 - Slide

oefensom
Lotte rijdt in de auto in een woonwijk waar ze 8 m/s rijd. Aan het einde van de weg staat het bord 50 km/h (= 13,9 m/s) om bij die snelheid te bereiken geeft ze gedurende 4 seconde gas. Bereken de versnelling van Lotte 

Slide 15 - Slide

Aan het werk
Lezen 2.3
Maken opdrachten 
24 t/m 27 + 30+31, 34

Slide 16 - Slide