Klas 1 werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Ik (vinden) Italië een prachtig land.

Jij (vinden) Italië vast een prachtig land.

(Vinden) jij Italië een mooi land?

Kim (vinden) je vaak iets te enthousiast.

Hij (merken) niets van die wond.

Onze coördinator (geloven) niet dat wij onschuldig zijn.

Je (branden) je vingers nog aan dat hete fornuis.

In dit weiland (grazen) het hele jaar door een kudde schapen.

De parachutisten (springen) uit het vliegtuig.

Maak een goede zin met het werkwoord 'meldt'

Maak een goede zin met het werkwoord 'meld'.

Maak een goede zin met het werkwoord 'branden'.