bij les 17 FUNUS bijv.naamwoord en bijwoord
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
wordt een bijvoeglijk naamwoord verbogen?
ja
nee
Slide 2 - Poll
Slide 3 - Slide
Welke zin bevat een bijwoord?
A
De brutale jongen zingt een lied.
B
De jongens vechten dapper.
C
De dappere jongens vechten.
D
Het mooie meisje zingt een liedje.
Slide 4 - Quiz
een bijvoeglijk naamwoord geeft een kenmerk/eigenschap aan van een zelfstandig naamwoord (bijvoeglijke bepaling)
ja
nee
Slide 5 - Poll
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord in de zin (bijwoordelijke bepaling)
ja
nee
Slide 6 - Poll
Wordt een bijwoord verbogen?
ja
nee
Slide 7 - Poll
Wat is de vertaling van deze zin?
Puella fortiter pugnat.
Puella fortiter pugnat.
A
Het dappere meisje vecht.
B
De dappere meisjes vechten dapper.
C
Het meisje vecht dapper.
D
Het meisje is dapper.
Slide 8 - Quiz
Wat is de vertaling van deze zin?
Puella fortis pugnat.
Puella fortis pugnat.
A
Het dappere meisje vecht.
B
De dappere meisjes vechten dapper.
C
Het meisje is dapper.
D
Het meisje vecht dapper.
Slide 9 - Quiz
Wat is de vertaling van deze zin?
Puella pulchra fortiter cantat.
Puella pulchra fortiter cantat.
A
Het dappere meisje zingt mooi.
B
Het mooie meisje zingt dapper.
C
Het mooie en dappere meisje zingt.
D
het meisje zingt mooi en dapper.
Slide 10 - Quiz
Wat is in het Latijn: De vijanden vochten brutaal (audax)
A
Hostes audaces pugnabant.
B
Hostes audace pugnabant.
C
Hostes audaci puganbant.
D
Hostes audacter pugnabant.
Slide 11 - Quiz
Wat is in het Latijn: De oude man leefde gelukkig met zijn vrouw.
A
Senex felix cum uxore vixit.
B
Senex felici cum uxore vixit.
C
Senex feliciter cum uxore vixit.
D
Senex felice cum uxore vixit.
