Laatste les vóór PO en SE maart 2021

Welkom terug!
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom terug!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Geen vragen binnengekomen...
...dus ga ik er maar een paar stellen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welk proces hoort er op plaats nr. 1 en 2 te staan?
A
Assimilatie
B
Dissimilatie
C
Fotosynthese
D
Compostering

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Uit welke twee reacties bestaat fotosynthese?
A
lichtreactie en dissimilatie
B
energievorming en calvincyclus
C
lichtreactie en calvincyclus
D
energievorming en dissimilatie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Welke twee energiedragende stoffen ontstaan bij de lichtreactie?
A
ADP en NADPH2
B
ATP en NADPH2
C
ADP en NADH
D
ATP en NADH

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Zuurstof is een restproduct van...
A
lichtreactie
B
calvincyclus
C
dissimilatie
D
sapstroom

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk plantenorgaan is NIET betrokken bij de fotosynthese?
A
houtvat
B
bastvat
C
huidmondje
D
cuticula

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarvan is een O - atoom in een zetmeel-molecuul van een wortel van een plant afkomstig?
A
CO2 uit de lucht
B
O2 uit de lucht
C
H2O uit de bodem
D
SO4 uit de bodem

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In welke BINAS tabel is Calvincyclus te vinden?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Hoeveel ATP moleculen worden er inde calvincyclus gebruikt bij de vorming van 1 glucose molecuul?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Vindt de donkerreactie overdag of 's nachts plaats?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

De volgende vragen gaan over deze grafiek

Slide 12 - Slide

Bij verlichtingssterkte 0 vindt alleen dissimilatie plaats. Vanaf het moment dat er licht is, gaat de fotosynthesesnelheid langzaam toenemen, tot het maximum, dan maakt de grafiek een knik.

Het niveau van dissimilatie kan dan ook bepaald worden aan de hand van de opgenomen hoeveelheid zuurstof bij verlichtingssterkte 0. Dit niveau dissimilatie is constant, hoeveel of  hoe weinig licht er ook is.

Bij verlichtingssterkte 8 wordt door fotosynthese het aantal afgegeven  milliliters zuurstof per uur geproduceerd plus het niveau van dissimilatie.

Bij verlichtingssterkte 8 wordt er 250 ml zuurstof per uur afgegeven door de plant. Let dus op de vraagstelling welke getallen gevraagd worden.

Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 3?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de beperkende factor bij verlichtingssterkte 8?
A
zuurstof
B
licht
C
CO2
D
temperatuur

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel zuurstof (in ml/uur) wordt er bij punt Q geproduceerd door de fotosynthese?
A
0
B
-200
C
200
D
400

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat kun je aflezen aan punt P?
A
De fotosyntheseactiviteit bij verlichting 0
B
Het verschil tussen assimilatie en dissimilatie
C
De intensiteit van de dissimilatie
D
De beperkende factor voor de fotosynthese

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vragen?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Bij schapen komt een witte vacht tot stand onder invloed van het dominante allel H en een zwarte vacht door het recessieve allel h. In een kudde schapen hebben er 891 een witte en 9 een zwarte vacht.

Op deze populatie is de regel van Hardy-Weinberg van toepassing.

Bereken de frequentie van het allel H.
A
0,01
B
0,99
C
0,1
D
0,9

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
9 schapen met hh (op een totaal van 900)
dus q2 = 9/900 = 0,01
dus q = (wortel) 0,01 = 0,1
aangezien p + q = 1 is p = 1 - 0,1 = 0,9
En p is de allelfrequentie van H

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Homo sapiens sapiens en
Homo sapiens neanderthalis
zijn twee verschillende soorten.
A
Goed
B
Fout

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een niche hangt af van abiotische en biotische factoren.
A
Goed
B
Fout

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Planten met dezelfde niche zijn elkaars concurrenten.
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

In een voedselketen staat de pijl in de richting van een predator.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Energetisch gezien is de productie van vlees niet efficiënt. Het wereldwijde voedseltekort zou minder groot zijn wanneer iedereen enkel plantaardig voedsel zou eten. Leg uit waarom.

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

In de afb. is het energiestroomschema van een herbivoor zoogdier weergegeven. Bij een carnivoor is A/I groter, waarom is dat?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Noem 3 organische stoffen

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Wat gebeurt er met het gewicht van een individu waarbij in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaats vindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af
D
ik heb geen idee...

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions