doelgroepen VVT Incontinentie

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
Leerdoelen                        
Theorie
Kernbegrippen        


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen


Aan het eind van deze les kan ik 3 aandachtspunten benoemen bij het begeleiden  van een zorgvrager met incontinentie.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken van incontinentie
  • Beperking mobiliteit
  • Trauma

  • Bevalling
  • Ziekte

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Vormen
Stressincontinentie
  • druk in de buik
  • Aandrang incontinentie
  • overactieve blaas
  • voortdurend aandrang
  • plotseling heftig urine verlies



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Functionele incontinentie
  • beperking in mobiliteit
  • geheugenproblemen

Overloop incontinentie
  • overvolle blaas
  • steeds kleine beetjes urine verlies

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Ontlasting
  • scheurtje sluitspier
  • obstipatie

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Kernbegrippen
Incontinentie
Mictie
Feces
Defeceren
Obstipatie


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

omschrijf incontinentie

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Mictie betekent
A
poepen
B
urineren
C
een goede verzorgende
D
blaasklachten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

wat zie je op de achtergrond
A
mictie
B
feces
C
sputum
D
obstipatie

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

wat is defeceren
A
plassen
B
opruimen van vieze spullen
C
poepen
D
diarree lozen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

obstipatie is......

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Een zorgvrager die last heeft van incontinentie heeft een verzorgende/ verpleegkundige nodig die.......

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wanneer een zorgvrager incontinent is dan zorg ik ervoor dat ik......

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

• Vormen van urine-incontinentie
• Inspanningsincontinentie (stressincontinentie)
• Aandrangincontinentie (urge-incontinentie)
• Gemengde (urine-)incontinentie:
• Functionele incontinentie
• Overloopincontinentie
• Volledige incontinentie

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Inspanningsincontinentie (stressincontinentie)
Bij stressincontinentie verliest iemand ongewenst een beetje urine bij druk in en op de buik, bijvoorbeeld wanneer iemand lacht, hoest, niest, bukt, de neus snuit of iets zwaars tilt. Vooral vrouwen hebben hier last van.

Slide 21 - Slide

Oorzaken stressincontinentie
Bij vrouwen:
• De werking van de bekkenbodemspieren vermindert door bijvoorbeeld bevallingen, overgewicht of gebrek aan beweging.
• Soms ontstaan de klachten na de overgang door een afname van de hormoonproductie in de eierstokken.
• De bekkenbodemspieren zijn verzwakt of uitgerekt, de onderkant van de blaas wordt dan onvoldoende ondersteund. Hierdoor zakt de plasbuis gedeeltelijk onder de bekkenbodemspieren door. Dit wordt een ‘verzakking’ genoemd. Deze klachten kunnen vanaf dertig jaar ontstaan en verergeren vaak bij het ouder worden.
Bij mannen:
• Soms na een prostaatoperatie.
Behandeling stressincontinentie
• Training om de bekkenbodemspieren te versterken onder begeleiding van een fysiotherapeut.
• Als de oorzaak een verzakking is, kan de uroloog een ring of pessarium plaatsen.
• Plaatsen van een TVT-band (Tension-free Vaginal Tape) oftewel een spanningsvrije vaginale band onder de plasbuis. Als er druk op de plasbuis wordt uitgeoefend – door bijvoorbeeld niezen of sporten – zorgt het bandje ervoor dat de plasbuis wordt dichtgedrukt. Het is een korte chirurgische ingreep (ongeveer 20 minuten).
Zorg bij stressincontinentie
• Geef adviezen om drukverhoging in de buikholte te voorkomen. Dit kan door zwaar tillen te vermijden en niet op te hoge of juist te lage stoelen te gaan zitten.
• Wees alert op een overvolle blaas door het gebruik van plaspillen. Voorkom de overvolle blaas door bijvoorbeeld een toiletschema op te stellen.
• Stimuleer de cliënt om bekkenbodemoefeningen te doen als hij deze heeft gekregen. De oefeningen hebben alleen effect als ze goed en regelmatig worden uitgevoerd.

Aandrangincontinentie (urge-incontinentie)

Slide 22 - Slide

‘Urge’ is een Engels woord, dat ‘drang’ of ‘sterke behoefte’ betekent. Urge-incontinentie is een vorm van incontinentie waarbij iemand (vaak meerdere keren op een dag en ook ’s nachts) hevige aandrang voelt om te plassen en waarbij de urine daarna meteen komt. De aandrang is zo sterk en zo plotseling dat het toilet niet meer op tijd gehaald kan worden. De aandrang treedt meer op als de cliënt van lichaamshouding verandert, bijvoorbeeld als hij gaat lopen. De hoeveelheid urine die de cliënt verliest, kan variëren van een paar druppels of een scheutje tot de volledige blaasinhoud.
De aandrang ontstaat doordat de blaasspier geprikkeld of geïrriteerd wordt en daardoor onwillekeurig samentrekt.
Urge-incontinentie komt veel voor in combinatie met neurologische aandoeningen als CVA, ziekte van Parkinson, ziekte van Alzheimer, multiple sclerose of ernstige rugklachten (hernia, spina bifida).

oorzaken 
behandeling
zorg

Slide 23 - Slide

Oorzaken urge-incontinentie
• (chronische) blaasontsteking
• ontsteking van de plasbuis
• poliepen of tumoren
• blaasstenen
• gebruik van koffie, alcohol, medicijnen
• geluid van stromend water
• uit voorzorg naar toilet gaan (de blaas wordt hierdoor overgevoelig, met meer risico op incontinentie)
• gebruik verblijfskatheter (verkleint de blaasinhoud)
Behandeling urge-incontinentie
• Bekkenbodemtraining: als de bekkenbodemspieren goed aanspannen, verlies je geen urine én de blaasspier zal ontspannen, waardoor de aandrang minder wordt.
• Blaastraining: een training om het gedrag rondom het plassen te veranderen. Het doel is de blaasfunctie te verbeteren. Een gespecialiseerde verpleegkundige of een fysiotherapeut geeft deze training. Tips ter ondersteuning van de blaastraining:
• Ga op een vast tijdstip naar het toilet.
• Probeer na enkele dagen de tijd tussen de toiletbezoeken te verlengen met bijvoorbeeld 5 minuten. Doe dit net zo lang tot er 3 à 4 uur tussen de toiletbezoeken zit. De blaas went aan het voller zitten.
• Zoek afleiding wanneer er aandrang is om te plassen.
• Vermijd naar het toilet gaan ‘voor het geval dat’.
• Gebruik medicijnen.
• Vermijd alcohol- en/of cafeïnehoudende dranken.
Zorg bij urge-incontinentie
• Laat de cliënt gemakkelijke kleding dragen, zodat hij geen tijd verliest op het toilet.
• Verwijder obstakels op weg naar het toilet.
• Zet ’s nachts een postoel naast het bed als het toilet te ver is.
• Stimuleer de cliënt bij de eventuele blaastraining. Met een mictiedagboek kan de cliënt zelf het resultaat bijhouden.

Gemengde (urine-)incontinentie:
Dit is een mengbeeld van stress- en aandrangincontinentie. Onvrijwillig urineverlies wordt vaak voorafgegaan door een plotse, onhoudbare mictieaandrang, maar treedt ook op bij persen, fysieke activiteiten (zoals sporten) of bij niezen of hoesten. De behandeling richt zich op de soort incontinentie die de meeste klachten geeft.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Functionele incontinentie
Functionele incontinentie ontstaat wanneer mensen niet zelf naar het toilet kunnen gaan of de weg naar het toilet niet kunnen vinden. De tijd die nodig is om na het voelen van de aandrang op het toilet te komen, is daardoor langer dan normaal. Het urineverlies treedt dan op doordat de blaas overvol is en zichzelf leegt. Er is dus in één keer een grote portie urineverlies zonder dat dit veroorzaakt wordt door een plotselinge onhoudbare aandrang.

Slide 25 - Slide

Oorzaken functionele incontinentie
• Beperkingen in lichamelijk functioneren (bijvoorbeeld door ziekte van Parkinson, MS, ALS, reuma enzovoort).
• Beperkingen in geestelijk functioneren (bijvoorbeeld bij dementie).
• Problemen met visus (zien).
Behandeling functionele incontinentie
• Praktische oplossingen, gericht op de oorzaak.
Zorg bij functionele incontinentie
• Bied hulp om de toiletgang te vereenvoudigen.
• Stimuleer mensen met motorische problemen om naar het toilet te gaan zodra ze aandrang voelen.
• Zorg voor kleding die gemakkelijk uit of open kan: een broek met klittenband is gemakkelijker te openen dan een broek met rits en knoop. Een ergotherapeut biedt vaak ook praktische tips.
• Zorg voor vaste toilettijden: vraag mensen met dementie regelmatig naar het toilet te gaan.
• Omgeving aanpassen, bijvoorbeeld: nachtverlichting aan, postoel of urinaal naast het bed, duidelijke bewegwijzering naar toilet enzovoort. Mensen met een visuele beperking kunnen in een voor hen vreemde omgeving het beste meteen verkennen waar het toilet is, zodat ze niet lang hoeven te zoeken.

Overloopincontinentie
Bij overloopincontinentie is sprake van ongewild, onregelmatig druppelsgewijs urineverlies, zowel overdag als ’s nachts. Zoals de naam al zegt: de blaas zit (over)vol en loopt als het ware over, net als de druppel water die de emmer doet overlopen. Wanneer mensen aandrang voelen en gaan plassen, komt er vaak maar een klein beetje urine uit. De urine kan niet goed uit de blaas stromen. Daardoor hoopt de urine zich op in de blaas en wordt de druk daar steeds hoger. Uiteindelijk is de druk zo hoog dat de urine ondanks alle moeilijkheden toch naar buiten sijpelt.

Slide 26 - Slide

Oorzaken overloopincontinentie
• Een verminderde werking van de spier in de blaaswand. Deze werkt minder goed, waardoor de blaas niet helemaal leeggeknepen wordt (bij diabetes mellitus of door medicijnen als sommige antidepressiva).
• Een belemmerde afvoer van urine vanuit de blaas naar buiten (bijvoorbeeld door een vergrote prostaat, verzakkingen, urinewegstenen).
Behandeling overloopincontinentie
• Legen van de blaas door de urine af te laten vloeien met behulp van een katheter. Een overvolle blaas bij overloopincontinentie kan namelijk leiden tot een verhoogde druk in de nieren, met nierschade tot gevolg.
• De verdere behandeling is afhankelijk van de oorzaak. Als er geen behandelbare oorzaak is, moet iemand zichzelf leren katheteriseren of krijgt hij een verblijfskatheter.
Zorg bij overloopincontinentie
• Stimuleer de cliënt om de bekkenbodemoefeningen te doen en zich te houden aan de blaastraining.
• Bepaal zo nodig in overleg met de arts de urineretentie. Doe dit bij voorkeur door een echoscopie (bladderscan), omdat katheteriseren een verhoogd risico op blaasontsteking en dus incontinentie met zich meebrengt.
• Leg na een prostaatoperatie uit dat het lichaam zich moet herstellen en dat druppelincontinentie nog tot twee maanden kan aanhouden.

Volledige incontinentie

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions