urine-incontinentie

Urine-incontinentie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Urine-incontinentie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat ik krijg zou willen bespreken/ leren is.....

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

1
2
3
4
5
Urineleider
Nierkapsel
Nierschors
Niermerg
Nierbekken

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Wat is de weg van de urine vanuit de nieren naar buiten?
A
Urinebuis -> urineblaas -> urineleider
B
Urineleider -> urinebuis -> urineblaas
C
Urineblaas -> urineleider -> urinebuis
D
Urineleider -> urineblaas -> urinebuis

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions




                                                                                          Plasbuis = urinebuis

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat is een overeenkomst tussen de dikke darm en de urineleiders?
A
Ze halen water en zouten uit de ontlasting / urine
B
Ze zijn ongeveer 45 cm lang
C
Hun inhoud wordt door peristaltiek voortbewogen.
D
Ze hebben een diameter van ongeveer 2 cm.

Slide 8 - Quiz

3-4 mm vs 3-9 cm
De lengte van de urinebuis bij mannen is +/- 18 cm.

bij vrouwen is de lengte van de urinebuis ongeveer...
A
3 cm
B
7 cm
C
12 cm
D
18 cm

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Interne en externe kringspier
Rondom de urinebuis liggen twee sluitspieren.
- Interne sluitspier bestaat uit glad spierweefsel en staat niet onder controle van de wil.
- Externe sluitspier bestaat uit dwarsgestreept spierweefsel en staat wel onder invloed van de wil. 

Bij aandrang ontspant de binnenste sluitspier automatisch. Tegelijk spant de blaasspier zich aan. Om te voorkomen dat urine het lichaam verlaat, moet de buitenste kringspier bewust aangespannen worden. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Incontinentie

Incontinentie ontstaat wanneer de sluitspieren niet in staat zijn om de urine in de blaas te houden. 

Dit kan liggen aan de kracht van de sluitspieren, aan de activiteit van de blaas of aan de aansturing vanuit het zenuwstelsel. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vormen van incontinentie

- stressincontinentie (inspanningsincontinentie);
- urge-incontinentie (aandrangincontinentie);
- reflexincontinentie;
- overloopincontinentie;
- functionele incontinentie.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Stress-incontinentie komt het vaakst voor bij....
A
Vrouwen die gespannen of angstig zijn.
B
Vrouwen die meerdere kinderen hebben.
C
Duursporters (bijv. marathonlopers)
D
Mensen die een dwarslaesie gehad hebben.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Bij een blaasontsteking kan het gebeuren dat iemand zijn urine niet op kan houden. Dit is een vorm van...
A
stress-incontinentie
B
urge-incontinentie
C
functionele incontinentie
D
overloopincontinentie

Slide 14 - Quiz

Er zijn verschillende oorzaken van overactieve blaasklachten en urge-incontinentie:
- Overmatig gebruik van bijvoorbeeld koffie of alcohol.
- Verkeerd gebruik van de bekkenbodem tijdens het plassen. Hierbij komen ook vaker problemen met de ontlasting voor.
- Verzakking van de blaas of baarmoeder.
- Afwijkingen van de zenuwaansturing, zoals bij een dwarslaesie, multiple sclerose, Parkinson en herseninfarct.
- Veelal is er geen duidelijke oorzaak te vinden (idiopathisch).
Naast urineweginfecties is een andere oorzaak van urge-incontinentie.....

Slide 15 - Open question

Er zijn verschillende oorzaken van overactieve blaasklachten en urge-incontinentie:
- Overmatig gebruik van bijvoorbeeld koffie of alcohol.
- Verkeerd gebruik van de bekkenbodem tijdens het plassen. Hierbij komen ook vaker problemen met de ontlasting voor.
- Verzakking van de blaas of baarmoeder.
- Afwijkingen van de zenuwaansturing, zoals bij een dwarslaesie, multiple sclerose, Parkinson en herseninfarct.
- Veelal is er geen duidelijke oorzaak te vinden (idiopathisch).
Een verschil tussen urge-incontinentie en reflexincontinentie is....
A
...de omstandigheden waaronder men urine verliest.
B
...de frequentie waarmee men urine verliest.
C
...het wel of niet voelen van aandrang

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Bij overloopincontinentie verliest men...
A
.... druppelsgewijs urine en is de blaas nooit leeg.
B
... druppelsgewijs urine en is de blaas altijd (vrijwel) leeg
C
... de hele inhoud van de blaas zodra er enige spanning op de blaaswand komt.
D
... de hele inhoud van de blaas zodra deze echt vol zit.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Oorzaken van functionele
incontinentie

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Stelling 1: Urine-incontinentie is een risicofactor / oorzaak van urineweginfecties.
Stelling 2: Urineweginfecties zijn een risicofactor / oorzaak van urine-incontinentie.
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn niet juist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vragen / opmerkingen?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions