Taalverzorging klas 2 (les 3)

Taalverzorging
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Taalverzorging

Slide 1 - Slide

Lekker lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Planning
- Nabespreking opdracht 4 van les 2.
- Instructie over de spelling van de pv in de tegenwoordige tijd.
- Zelfstandig aan het werk.

Slide 3 - Slide

Leerdoel les 3
Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spellen.

Slide 4 - Slide

Wat is de persoonsvorm?
De docent heeft van alles uitgelegd over hoofdletters en leestekens.

Slide 5 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
Die jongen is op vakantie geweest naar Italië.

Slide 6 - Open question

Wat is de persoonsvorm?
Wanneer word jij geopereerd aan jouw enkel?

Slide 7 - Open question

Persoonsvorm
  • Een persoonsvorm is altijd een werkwoord. Er kan één persoonsvorm in de zin staan (enkelvoudige zin) of meerdere persoonsvormen (samengestelde zin).
  • De persoonsvorm kan in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) staan. 
  • tt = ik loop, vt = ik liep. tt = ik ga, vt = ik ging. 

  • Vandaag gaat het over de tegenwoordige tijd.

Slide 8 - Slide

Drie vormen
Vorm                Wanneer gebruiken?    Voorbeelden
ik-vorm            Altijd bij ‘ik’ + (... jij)         Ik raad / loop ik / word jij

ik-vorm + T      In alle andere gevallen   De jongen raadt...
                         van het enkelvoud.          Jij wordt…
                                                                 Wordt je moeder…

Hele ww           Bij meervoud.                  Wij raden… De leerlingen lopen 





Slide 9 - Slide

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(kopen) Hij ..... elke pauze een broodje in de kantine.

Slide 10 - Open question

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. (drinken) Wij .... heel graag warme chocolademelk.

Slide 11 - Open question

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(zwaaien) Opa ..... naar ons vanuit zijn woonkamer.

Slide 12 - Open question

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(bestellen) Mijn vader .... elke week wel een pizza.

Slide 13 - Open question

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(verven) Mevrouw Toledo ..... regelmatig haar haar.

Slide 14 - Open question

Werkwoorden op -den
Bij de meeste werkwoorden hoor je dat er een -t achter komt. 
Hij werkt, jij zingt of zij praat

Bij werkwoorden die eindigen op -den hoor je dat niet. 
Bijvoorbeeld: vinden, redden, snijden. 
Vul dan in gedachten het werkwoord lopen in. 

Zij vind ... hem erg leuk. -t? Zij loopt ... Ja, een -t!
Ik vind ... haar niet aardig. -t? Ik loop ... Nee, geen -t!

Slide 15 - Slide

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(redden) Ik ..... het jongetje uit het water.

Slide 16 - Open question

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(raden) Hij ..... altijd binnen een paar seconden het juiste antwoord.

Slide 17 - Open question

Noteer persoonsvorm in de tegenwoordige tijd.
(beantwoorden) ..... jij de mail van onze docent?

Slide 18 - Open question

Aan de slag
  • Maak alle opdrachten van blz 10 tot en met 13.
  • Al klaar? Ga via Magister leermiddelen naar Blink Nederlands. Open de app werkwoordspelling en ga hiermee aan de slag.

Slide 19 - Slide