NN6 - H5 - Taalverzorging VT zwakke werkwoorden

Stillezen
* Camera aan
* Geluid uit
* Leesboek op tafel
* Maak aantekeningen voor je boekendoos

timer
10:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Stillezen
* Camera aan
* Geluid uit
* Leesboek op tafel
* Maak aantekeningen voor je boekendoos

timer
10:00

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 5 - Taalverzorging spelling
Persoonsvorm (belangrijkste werkwoord van de zin)
in de Tegenwoordige Tijd (TT - Nu)
en in de Verleden Tijd (VT - Toen)

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je leert over de tegenwoordige tijd en de verleden tijd van zwakke werkwoorden

Slide 3 - Slide

PV TT 
(persoonsvorm tegenwoordige tijd)

ik of jij/je erachter: ik-vorm (loop, fiets, vind)
andere enkelvoud: ik-vorm +t (loopt, fietst, vindt)
meervoud: hele werkwoord (lopen, fietsen, vinden)

lopen / horen (ik loop / hij hoort / jij loopt / hoor jij)
                           (ik vind / hij vindt / jij vindt / hoor jij)

Slide 4 - Slide

zwemmen (tt - ik)

Slide 5 - Mind map

wedden (tt - zij)

Slide 6 - Mind map

PV VT
Persoonsvorm in de verleden tijd

Slide 7 - Slide

Weet jij het verschil
nog tussen
zwakke en sterke
werkwoorden?

Slide 8 - Mind map

Zwak vs Sterk
Zwakke werkwoorden: Klank blijft gelijk (hoor/hoorde, fiets/fietste)
Sterke werkwoorden: Klank verandert (loop/liep, zwem/zwom)

Zwakke vorm = stam + te(n)/de(n) (fietste(n), hoorde(n))
Sterke vorm = Zo kort mogelijk (vond)

Slide 9 - Slide

Kan je zelf voorbeelden bedenken
van sterke werkwoorden?
(klank verandert in VT)

Slide 10 - Mind map

't sexy fokschaap
Niet zeker of je te(n)/de(n) nodig hebt? 
Kijk waar het werkwoord zonder -en: 
renn'en / werk'en / fiets'en / verhuiz'en / rad'en
ren-de / werk-te / fiets-te / verhuis-de / raad-de

Slide 11 - Slide

Stappenplan
* Schrijf de ik-vorm op
fiets
* Kijk naar het hele 
werkwoord -en
fietsen
* Wat is de laatste letter?
s
* Staat deze letter in 
't sexy fokschaap?
JA

JA?
ik-vorm +TE bij enkelvoud
( ik/jij/hij/zij/u) fietsTE
ik-vorm + TEN bij meervoud
(wij/zij/jullie) fietsTEN

NEE?
ik-vorm + DE bij enkelvoud
ik-vorm + DEN bij meervoud

Slide 12 - Slide

karten (vt - ik)

Slide 13 - Mind map

verbouwen (vt - wij)

Slide 14 - Mind map

vinden (tt - hij)

Slide 15 - Mind map

wandelen (vt - zij)

Slide 16 - Mind map

raden (tt - jij ...)

Slide 17 - Mind map

Ik weet genoeg over de TT en VT om de opdrachten te kunnen maken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Stel hier je vraag!
Ik kom er later bij je op terug.
Geen vraag? Geen antwoord!

Slide 19 - Open question

                                             En nu?
                                                       H5
                                                  Taalverzorging
                                        Startopdracht, 1 t/m 12B

Slide 20 - Slide