WK 36 (1) M3 - H1 WOORDENSCHAT: woordbetekenissen zoeken

Startopdracht
Vervoeg de werkwoorden rennen, frituren, giechelen, joggen en lachen.
  •  Ik ….
  • Hij …
  • … jij?
  • Wij …
  • Hebben jullie ….?

Je krijgt dus 5 rijtjes. Elk los genoteerd van elkaar. 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht
Vervoeg de werkwoorden rennen, frituren, giechelen, joggen en lachen.
  •  Ik ….
  • Hij …
  • … jij?
  • Wij …
  • Hebben jullie ….?

Je krijgt dus 5 rijtjes. Elk los genoteerd van elkaar. 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden startopdracht
Vervoeg de werkwoorden rennen, frituren, giechelen, joggen en lachen.
  •  Ik ren   Ik frituur   Ik giechel   Ik jog   Ik lach
  • Hij rent   Hij frituurt   Hij giechelt   Hij jogt   Hij lacht
  • Ren jij?   Frituur jij?   Giechel jij?   Jog jij?   Lach jij?
  • Wij rennen   Wij frituren   Wij giechelen   Wij joggen   Wij lachen
  • Hebben jullie gerend?   Hebben jullie gefrituurd?   Hebben jullie gegiecheld?   Hebben jullie gejogd?   Hebben jullie gelachen?

Verbeter waar nodig met een andere kleur pen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Test Lezen voor de Lijst
  1. Ga naar https://niveautest-12-15.jeugdbibliotheek.nl/ 
  2. Maak de test (ik noteer jullie leesniveau, klik de resultaten dus niet meteen weg!)
  3. Zoek een boek uit (geen vertalingen)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leesboek
  • Zorg ervoor dat je het boek over 2 weken (eerste les NL van de week) bij je hebt in de les. Er volgt dan een controle.
Eisen boek: 
1) Géén vertaling
2) Van de website Lezen voor de Lijst
3) Op jouw leesniveau
  • In de tussentijd zorg je voor een ander leesboek om aan het begin van de les te lezen.
  • Volgende les heb je deze bij je.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

H1 WOORDENSCHAT

Woordbetekenissen zoeken

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat was een synoniem ook alweer?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Noem eens een synoniem voor 'amuseren'.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is een tegenstelling? Je mag een voorbeeld noemen om je antwoord uit te leggen.

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Startopdracht
Samen de startopdracht op blz. 26 maken.

Slide 9 - Slide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions

Woordbetekenissen zoeken
Je hebt de volgende woordraadstrategieën geleerd om de betekenis van een onbekend woord in een tekst te zoeken:
  • Zoek in de tekst naar een synoniem: een woord dat ongeveer hetzelfde betekent.
  • Zoek in de tekst naar een omschrijving van het woord.
  • Zoek in de tekst naar een voorbeeld. Let op signaalwoorden zoals: bijvoorbeeld, zoals enz.
  • Zoek in de tekst naar een tegenstelling. Let op signaalwoorden zoals: echter, maar, toch enz.
  • Zoek in het woord dat je niet kent naar een bekend woorddeel.
  • Zoek de betekenis van het woord op in het woordenboek. Kies de betekenis die in de tekst past.






Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Maakwerk
1. Maak opdr. 1 + 2 H1 woordenschat

Klaar?:
2. Maak opdr. 3

Slide 13 - Slide

Zichtbaar maken antwoorden par. 21 in IL
Huiswerk
HW volgende les: 
- Maak opdr. 3 + 4 + 5 van H1 woordenschat blz. 27 t/m 29 (opdracht 5 maak je in je boek, de rest in je schrift)

Slide 14 - Slide

Zichtbaar maken antwoorden in IL