WOORDENSCHAT VRIJE TIJD - DAG 6 - ROZE

Woorden
Thema 12: Vrije tijd
1 / 16
next
Slide 1: Slide
ISKVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woorden
Thema 12: Vrije tijd

Slide 1 - Slide

de naam
  • hoe iemand heet
  • voornaam - achternaam
  • zin: Mijn naam is .............
  • zin: Ik zoek mijn naam op de lijst.
  • zin: Ik ben de naam van mijn mentor vergeten.

Slide 2 - Slide

niets
  • 0
  • niks
  • niets - iets 
  • zin: Ik zie niets.
  • zin: Ik hoor niets.
  • zin: Ik heb niets gedaan.
  • zin: Er is niets aan de hand.

Slide 3 - Slide

opnieuw
  • nog een keer 
  • weer
  • zin: Ik moet morgen opnieuw een toets maken.
  • zin: Veel mensen gaan volgende week opnieuw een prik halen.

Slide 4 - Slide

het plaatje
  • kleine tekening of foto
  • het plaatje - de plaatjes
  • zin: De leerlingen kijken naar het plaatje.
  • zin: Ik plak een plaatje in mijn schrift.

Slide 5 - Slide

het plan
  • wat je wilt gaan doen
  • idee
  • het plan - de plannen
  • zin: Ik heb een plan.
  • zin: De docent is van plan om volgende week te gaan toetsen.

Slide 6 - Slide

welk(e)
  • deze of die?
  • vraagwoord
  • zin: Welk boek lees jij?
  • zin: Op welke school zit jij?
  • zin: Welke telefoon is van jou?
  • zin: In welke klas zit jij?

Slide 7 - Slide

Mijn buurvrouw lijkt op koningin Maxima.
Honden lijken vaak op hun baasje.
Ik zoek mijn naam op de lijst.
Ik ben de naam van mijn mentor vergeten.
Ik heb niets gedaan
Er is niets aan de hand.
Ik moet morgen opnieuw een toets maken.
De leerlingen kijken naar het plaatje.
Ik plak een plaatje in mijn schrift.
Ik heb een plan.
Welke telefoon is van jou?
In welke klas zit jij?

Slide 8 - Slide

Goed of fout?
A - Wij lijkten op elkaar.
B - Mijn vader lijk op mijn dochter.
6
A
A - goed B - fout
B
A - goed B - goed
C
A - fout B - fout
D
A - fout B - goed

Slide 9 - Quiz

Hij heeft .............. gedaan.
6

Slide 10 - Open question

6
Wat vul jij in bij:
achternaam: ..........?
En wat bij:
voornaam ...........?

Slide 11 - Mind map

Dit is niet goed.
Je moet het .............. doen.
6

Slide 12 - Open question

Ik wil snel Nederlands leren.
Ik maak een ......................
6
A
leraar
B
plaatje
C
wedstrijd
D
plan

Slide 13 - Quiz

Maak een vraag met:
welk
6
timer
1:30

Slide 14 - Open question

Een plaatje ...................
6
A
staat bij een tekst.
B
hangt aan de muur.
C
is van water.
D
lijkt op het water.

Slide 15 - Quiz


Over wie gaat dit?
6

Slide 16 - Open question