Kapitel 2 3TL

Persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval
1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval

Slide 1 - Slide

3e Fall von jullie

Slide 2 - Open question

3e Fall von u

Slide 3 - Open question

3e Fall von het

Slide 4 - Open question

3e Fall von jij

Slide 5 - Open question

3e Fall von ik

Slide 6 - Open question

3e Fall von wij

Slide 7 - Open question

3e Fall von hij

Slide 8 - Open question

Welke voorzetsels ken je?

Slide 9 - Open question

Übersetze:
de spierpijn

Slide 10 - Open question

Übersetze:
het oog

Slide 11 - Open question

Übersetze:
de arm

Slide 12 - Open question

Übersetze:
de rug

Slide 13 - Open question

Übersetze:
het oor

Slide 14 - Open question

Übersetze:
de koorts

Slide 15 - Open question

Übersetze:
overgeven

Slide 16 - Open question

Übersetze:
beterschap!

Slide 17 - Open question

Antworten:
Wie geht es mit dir?

Slide 18 - Open question

Antworten:
Wie fühlst du dich?

Slide 19 - Open question

Antworten:
Hast du schmerzen?

Slide 20 - Open question