bijv.naamwoorden- hfst.. 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Wat betekent het woord:" adjectif " in het Nederlands?

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Wat is in deze zin het adjectif (bijvoeglijk naamwoord)?

C'est une famille formidable.

1. est
2. famille
3. une
4. formidable

Wat is het adjectif?
Le footballeur Mbappé est grand

1. le footballeur
2. Ménez
3. grand

Wat is het adjectif?
Il achète un nouveau sac

1. il
2. nouveau
3. sac

Wat is het adjectif?
Il a une voiture grise

1. grise
2. voiture
3. il

Zet het adjectif in de juiste vorm
(grand) - Le chien est ...

Zet het adjectif in de juiste vorm:
(vert) - La robe est ...

Zet het adjectif in de juiste vorm
(intelligent) - Les garçons sont ...

Wat is het juiste adjectif?
La ceinture est ......

1. bleu
2. bleue

Wat is het juiste adjectif?
Le cabriolet est

1. noir
2. noire

Wat is het juiste adjectif?
Les chaussures sont

1. brune
2. brunes
3. brun

un .......................livre

1. vieil
2. vieille
3. vieux
4. vieilles

un ....................jean

1. nouveau
2. nouvel
3. nouveaux
4. nouvelles

un ...........................garçon

1. belle
2. beau
3. belles
4. beaux

un.......................film
een goede film

1. bonne
2. bon
3. bons
4. bonnes

un pull .................
een witte trui

1. blancs
2. blanches
3. blanc
4. blanche

un truc................
een gek ding

1. fou
2. folle
3. fous
4. folles

un jean ...................
een lange spijkerbroek

1. long
2. longue
3. longs
4. longues

le ..................chat
de grote, gemene kat

1. grands
2. grandes
3. grande
4. grand

Vertaal:
De kleine gemene kat

une balade - intensif
1) adjectif aanpassen
2)adjectif op de goed plaats

la réaction - furieux
1) adjectif aanpassen
2) adjectif op de goede plaats

une famille-nombreux
1) adjectif aanpassen
2) adjectif op de goede plaats

Maak vrouwelijk:
1. heureux>
2. jaloux>
3. sportif>
4. intensif>

Zet in het meervoud:
1. un nouveau voisin
2. le musée national
3. la langue internationale

une......................histoire
een oud verhaal

1. vieux
2. vieil
3. vieille
4. vieilles

Welke plaats van het adjectif is juist?

1. La noire maison.
2. La maison noire.

Het bijvoeglijk naamwoord staat in het Frans voor het zelfstandig naamwoord.

1. ja
2. nee
3. dat hangt van het bijv. nw. af
4. dat hangt van het zelfst.nwd. af

une.......................fille
een knap meisje

1. belle
2. beau
3. beaux
4. belles

une.........................recette
een goed recept.

1. bon
2. bonne
3. bonnes
4. bons

Une chemise ..................................
een wit overhemd.

1. blanc
2. blancs
3. blancs
4. blanches

une ........................balade
een lange wandeling

1. long
2. longs
3. longues
4. longue

Snap je de vorm (ook de bijzondere vormen) van het bijvoeglijk naamwoord in het Frans nu?

1. Ja, ik snap het helemaal
2. Ik snap de basisregel, maar moet de uitzonderingen nog even leren.
3. Ik snap het wel, maar kan het nog niet zelf toepassen.
4. lk snap er nog niet veel van en ga alles nog een keer bekijken