What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Mavo 2: Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord
swfes
La fille est petite
Le garçon est petit
Les filles sont petites
Wat betekent het woord
petit
?
Hoe wordt dit woord in de 3 zinnetjes vertaald?
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Het bijvoeglijk naamwoord
swfes
La fille est petite
Le garçon est petit
Les filles sont petites
Wat betekent het woord
petit
?
Hoe wordt dit woord in de 3 zinnetjes vertaald?
Slide 1 - Slide
Welke Franse bijvoeglijke
naamwoorden ken ik al?
Slide 2 - Mind map
Het bijvoeglijk naamwoord
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Mon frère est
grand
Mijn broer is groot
past zich in het Frans aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
Slide 3 - Slide
Hoe past het bijvoeglijk naamwoord zich dan aan?
Slide 4 - Slide
Een paar voorbeelden...
Slide 5 - Slide
eindigt een bijvoeglijk naamwoord op een
-e
?
Dan
GEEN
extra
e
bij de vrouwelijke vorm
(bijv. rouge, triste, jeune)
eindigt het bijvoeglijk naamwoord op een
-s
?
Dan
GEEN
extra
s
bij de mannelijke vorm meervoud
(bijv. gris, français, anglais)
Slide 6 - Slide
Het bijvoeglijk nw. dat hoort bij een vrouwelijk zelfst. nw. krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets
Slide 7 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij
Slide 8 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e
Slide 9 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e
Slide 10 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (blond)
A
blonde
B
blond
C
blondes
D
blonds
Slide 11 - Quiz
Maak de zin goed af:
Léa et Anna sont ___ (petit)
Slide 12 - Open question
Kies het juiste antwoord:
La maison est très _______ (grand)
A
grande
B
grands
C
grand
D
grandes
Slide 13 - Quiz
Maak de zin goed af:
C'est un film ___ (difficile)
Slide 14 - Open question
Maak de zin goed af:
Les garçons sont _____(petit)
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Slide
Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn
onregelmatig!
Daarbij gelden NIET de regels die je net hebt gezien.
Het gaat om de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
bon (goed, lekker)
beau (mooi)
nouveau (nieuw)
vieux (oud)
Slide 17 - Slide
Kies de juiste vorm:
Il est (groot)
A
grande
B
grand
C
grandes
D
grands
Slide 18 - Quiz
Kies de juiste vorm:
La ceinture est (blauw)
A
bleu
B
bleus
C
bleue
D
bleues
Slide 19 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les voitures sont (groen)
A
vertes
B
verte
C
vert
D
verts
Slide 20 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Les chats sont (rood)
A
rouge
B
rouges
C
rougee
D
rougees
Slide 21 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Olivier et Marc sont (français)
A
français
B
française
C
françaiss
D
françaises
Slide 22 - Quiz
Kies de juiste vorm:
Marianne est (triste)
A
tristee
B
tristes
C
tristees
D
triste
Slide 23 - Quiz
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Jacqueline est une fille ...
A
français
B
française
C
françaises
Slide 24 - Quiz
Marianne porte une jupe ...
A
roug
B
rouge
C
rougs
D
rouges
Slide 25 - Quiz
J'ai les cheveux ...
A
blond
B
blonde
C
blonds
D
blondes
Slide 26 - Quiz
Mes grand-parents sont ....
A
élégant
B
élégante
C
élégants
D
élégantes
Slide 27 - Quiz
geef de juiste vorm van het bijvoeglijk naamwoord:
Paul a les cheveux ...
A
grises
B
griss
C
gris
Slide 28 - Quiz
Choisis le bon adjectif:
Mon copain est ......
A
charmant
B
charmante
C
charmants
Slide 29 - Quiz
Choisi le bon adjectif:
Le sac à dos est .......
A
grand
B
grande
C
grands
Slide 30 - Quiz
Choisis le bon adjectif:
C'est une fête .......
A
génial
B
géniale
C
géniales
Slide 31 - Quiz
Choisis le bon adjectif:
Mélanie et Iris sont ....... en maths.
A
fort
B
forte
C
forts
D
fortes
Slide 32 - Quiz
Choisis le bon adjectif:
Mes copains sont ....
A
intelligent
B
intelligente
C
intelligents
D
intelligentes
Slide 33 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
Les (nieuwe) ______ voisines sont très sympas.
A
nouveau
B
nouvelle
C
nouveaux
D
nouvelles
Slide 34 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
Le jardin est très _______ (mooi)
A
belle
B
beaux
C
beau
D
belles
Slide 35 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
Les enfants sont très _______ (mooi)
A
belle
B
beaux
C
beau
D
belles
Slide 36 - Quiz
Kies het juiste antwoord:
C'est une (goed) _______ idée
A
bon
B
bonne
C
bons
D
bonnes
Slide 37 - Quiz
More lessons like this
het bijvoeglijk naamwoord
March 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
H1 - adjectifs
November 2019
- Lesson with
20 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
March 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Ch 5 6 ed bron h het bijvoeglijk naamwoord ( en P. C)
March 2023
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
chapitre 5 shopping prix adjectifs
August 2019
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
H2 klas 2: grammatica
December 2022
- Lesson with
39 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1
M1 - Bijvoeglijk Naamw
May 2022
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
het bijvoeglijk naamwoord
April 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 1