D-toets afsluiting

D-toets afsluiting
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

D-toets afsluiting

Slide 1 - Slide

Noem twee redenen voor nieuwe
grondwet:

Slide 2 - Open question

De maker van de nieuwe Grondwet uit 1848 heette Montesquieu.
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

In 1848 veranderde Thorbecke in opdracht van de koning de grondwet.
Wat was een verandering in de grondwet van 1848?
A
koning kreeg minder macht
B
minister kregen minder macht
C
Koning kreeg meer macht
D
Ministers werden onschendbaar

Slide 4 - Quiz

De grondwet van 1848 is een liberale grondwet.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Waar kunnen we hem niet aan koppelen?
A
Nieuwe grondwet 1848, liberalen
B
Nieuwe grondwet 1848, censuskiesrecht
C
Censuskiesrecht en vrijheid van onderwijs
D
Nieuwe grondwet 1848, algemeen kiesrecht

Slide 6 - Quiz

Wat is evenredige vertegenwoordiging?

Slide 7 - Open question

Verzuiling.
Liberalen
Protestanten
Socialisten
Katholieken
Geloof en politiek moeten samen gaan.
De overheid moet het volk meer vrijheid geven.
Gelijkheid is heel belangrijk.
Arbeiders moeten beter behandeld worden.
De overheid moet zich niet bemoeien met de markt.

Slide 8 - Drag question

Sleep de woorden naar de juiste plek:
Hierna: filmpje (3:30) over verzuiling 19e eeuw.
School met den Bijbel
Liberaal
ARP
RKSP
SDAP

Slide 9 - Drag question

Luxemburgse kwestie vond plaats in..
A
1848-1849
B
1866-1867
C
1887
D
1917-1919

Slide 10 - Quiz

De Luxemburgse kwestie ging over:
A
onschendbaarheid van de koning
B
het recht van initiatief
C
het recht van amendement
D
ministeriële verantwoording

Slide 11 - Quiz

Welke politieke stroming past bij de uitleg?
Uitleg
Politieke stroming
Politieke groep die vindt dat ieder mens zoveel mogelijk vrijheid moet hebben.
Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.
Politieke groep waarbij mensen hun ideeën over politiek, onderwijs etc. baseren op hun godsdienst
Liberalen
Sociaaldemocraten
Confessionelen

Slide 12 - Drag question

Doel van de Eerste Feministische Golf was:
A
vrouwen mogen werken
B
vrouwen mogen trouwen met elkaar
C
kiesrecht voor vrouwen
D
vrouwen mogen geboortebeperking gebruiken

Slide 13 - Quiz

Wanneer was de eerste feministische golf?
A
1848-1862
B
1870-1919
C
1917-1919
D
1866-1867

Slide 14 - Quiz

Welke wetten hebben ervoor gezorgd dat er meer kinderen naar school gingen?
Invoering van Algemeen Kiesrecht
Leerplichtwet
Ongevallenwet
Woningwet
Kinderwetje van Van Houten

Slide 15 - Drag question

Sleep het juiste begrip naar het juiste jaartal
1854
1874
1901
1931
Vanaf 1960
Armenwet
Sociale zekerheid
Woningwet
Steunverlening
Kinderwetje van Van Houten

Slide 16 - Drag question

Welk standpunt heeft de liberaal Johan Rudolph Thorbecke als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?
Thorbecke is voor het Kinderwetje, want als liberaal vindt hij ontwikkeling van het individu heel belangrijk. Daar hoort goed onderwijs ook bij. Als je moet werken ipv dat je naar school gaat, komt er een tekort aan geschoolde arbeiders. Dat is slecht voor de economie.
Thorbecke is tegen het Kinderwetje, omdat de werkgevers dit zelf moeten oplossen. Een werkgever zal zijn personeel goed behandelen, omdat dit goed is voor zijn bedrijf. Een overheid moet zich niet bemoeien met privébezit, zoals fabrieken, van haar burgers.
A
B

Slide 17 - Drag question

Wanneer kwam het kinderwetje van Van Houten?
Sleep het vinkje naar het juiste jaartal.
1950
1917
1850
1874
Even checken.. Heb jij het begrepen?

Slide 18 - Drag question

Welk standpunt heeft de feministe Aletta Jacobs als het gaat over de allereerste Nederlandse sociale wet het Kinderwetje (1874)?
Feministe Aletta Jacobs is voor het Kinderwetje, omdat zij ziet dat door de lage lonen, vrouwen veel kinderen baren, zodat de kinderen het inkomen kunnen aanvullen. Dit is slecht voor het vrouwenlichaam. Als kinderen niet meer mogen werken, zullen er minder kinderen worden geboren en dat is beter voor iedereen.



Feministe Aletta Jacobs is tegen het Kinderwetje, omdat zij ziet dat de arbeiders al het inkomen kunnen gebruiken om bijv. eten te kunnen kopen. Als dit wegvalt, zullen veel mensen overlijden door ondervoeding. 
A
B

Slide 19 - Drag question

Sleep de juiste begrippen naar de juiste groep politici
Liberalen
Socialisten
Confessionelen
zo min mogelijk overheidsbemoeienis
De christenen
Meer gelijkheid
Sociale wetten
Kiesrecht voor de arbeiders
Meer vrijheid voor burgers
Arbeiders beter behandelen

Slide 20 - Drag question

emancipatie
A
streven naar gelijke rechten
B
streven naar gelijke rechten voor mannen
C
streven naar een groot rijk
D
streven naar kiesrecht

Slide 21 - Quiz

Wat hield de pacificatie van 1917 in?
A
Einde van WOI in Nederland
B
Invoering van algemeen vrouwenkiesrecht
C
Algemeen mannenkiesrecht en de betaling van bijzonder onderwijs
D
Algemeen kiesrecht en betaling van bijzonder onderwijs

Slide 22 - Quiz

Wie zullen er niet tevreden zijn geweest met de Pacificatie van 1917?
A
socialisten
B
katholieken
C
protestanten
D
feministen

Slide 23 - Quiz

Het volk is de baas.
Als je 18 bent mag je
op een politieke partij.
Die partij vertegenwoordigt jouw stem in de 
. Je hebt dus iets te 
zeggen over
van Nederland. Iedereen in Nederland heeft dat
Ons land heeft een 
Deze vorm van besturen is 
in een van de belangrijkste Griekse
ontstaan. In Athene
waren ze hier ontevreden over de bestuurders en daarom kozen ze voor een
andere manier van 
Vanaf 510 v. Chr. mochten alle burgers
meebeslissen.
stemmen
Tweede Kamer
het bestuur
recht
democratie
stadstaten
regeren

Slide 24 - Drag question

1. recht van initiatief
2. recht van amendement
3. recht van budget
4. recht van interpellatie
5. recht van enquete
A
1, 2 en 3 zijn controlerende machten
B
4 en 5 zijn wetgevende machten
C
1 en 2 zijn wetgevende machten
D
2 en 3 zijn wetgevende machten

Slide 25 - Quiz


In 1887 werd op verzoek van de Tweede Kamer een groot onderzoek gedaan naar de ‘sociale kwestie’. Hierbij maakte de Tweede Kamer gebruik van een recht.

Welk recht wordt bedoeld?
A
het recht van amendement
B
het recht van budget
C
het recht van enquête
D
het recht van initiatief

Slide 26 - Quiz

Wat is geen parlementair recht? Recht van..............
A
Interpellatie
B
Amendement
C
Enquête
D
Censureren

Slide 27 - Quiz