Medium --> iets wat tussen jou en de ontvanger staat, vaak een voorwerp.
Activeren --> de ontvanger iets laten doen.
Amuseren --> de ontvanger vermaken.
Informeren --> de ontvanger informatie geven.
Beschouwen --> de ontvanger van meningen en argumenten voorzien om de ontvanger zelf een mening te laten vormen.
Overtuigen --> de ontvanger jouw mening laten overnemen.
Tekstvorm --> de vorm van een tekst.
Betogen --> de ontvanger overtuigen van jouw mening.