This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
4H - Leesvaardigheid
Les 1 van 7
Slide 1 - Slide
Wat ga je doen?
Je gaat aan de slag met het lezen van teksten.
Je werkt uit de methode KERN Nederlands. Je hebt beide boeken nodig.
Hou de planning goed in de gaten, zodat je op schema blijft. De planning komt bij de lesstof in Som.
Je rondt dit onderdeel af met een schriftelijke toets in de toetsweek. De toets telt 6 keer mee. Alle stof in het boekje, alle LessonUps, alle opdrachten en alle uitleg in de les vormt samen de leerstof voor de toets.
Slide 2 - Slide
Leerstof
Alle theorie uit het boek
Vragen en opdrachten uit het opdrachtboek
LessonUps uit de les
Alles wat er verteld wordt
Slide 3 - Slide
1 Communiceren doe je samen
Slide 4 - Slide
Leerdoelen § 1
Ik weet wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.
Ik kan de elementen van het communicatieproces herkennen en benoemen.
Ik kan uitleggen op welke manier een bepaald element het communicatieproces beïnvloedt en uitingen hierop aanpassen.
Ik kan zelf nieuwe voorbeelden vinden van (mis)communicatie of uitingen bedenken waarin ik doelmatig de elementen van communicatie inzet.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Wat is communicatie?
Zender
Boodschap
Ontvanger
Publiek
Referentiekader
Slide 7 - Slide
Met of zonder woorden
verbale communicatie
non-verbale communicatie
mondeling en schriftelijk
Interessant onderzoek
Wat als je non-verbale communicatie niet begrijpt?
Slide 8 - Slide
Communicatie-middel
Hoe de boodschap wordt vervoerd.
woorden
lichaamstaal
Medium (bepaalt vorm en ontvangst)
boek
telefoon
PowerPoint
artikel
Slide 9 - Slide
Opdracht
Je maakt individueel vraag 1 t/m 5 in je schrift.
Over 10 minuten kijken we samen de opdrachten na. Een aantal vragen beantwoord je via deze LessonUp. Blijf er dus in.
Hoeveel?
Alleen
Hoelang?
10 min
Muziek?
Nee
Waar?
schrift
Slide 10 - Slide
1 Welk van deze elementen zit niet in het basisprincipe van communicatie?
timer
0:30
A
zender
B
ruis
C
boodschap
D
ontvanger
Slide 11 - Quiz
2 Waarom kun je niet in je eentje communiceren?
timer
2:00
Slide 12 - Open question
4b Bedenk een voorbeeld waarin jouw referentiekader anders was dan dat van de zender van een boodschap.
Slide 13 - Mind map
5 Zijn communicatiemiddel en medium hetzelfde?
timer
0:30
A
ja
B
soms
C
nee
Slide 14 - Quiz
Communicatiemiddel of medium hetzelfde?
Soms, maar niet altijd. Een communicatiemiddel is het vervoermiddel van je boodschap. Dit kunnen media zijn zoals krant, telefoon of internet, maar ook je zintuigen.
Slide 15 - Slide
Opdracht
Lees de tekst Ode aan de scheidsrechterop pagina 32. In de volgende les beantwoorden we de vragen bij deze tekst op pagina 33.
Ben je klaar met lezen? Maak dan alvast vraag 15 t/m 20.
Hoeveel?
Alleen
Hoelang?
tot eind
Muziek?
Nee
Waar?
schrift
Slide 16 - Slide
Leerdoelen § 1
Ik weet wat communicatie is en uit welke elementen het communicatieproces bestaat.
Ik kan de elementen van het communicatieproces herkennen en benoemen.
Ik kan uitleggen op welke manier een bepaald element het communicatieproces beïnvloedt en uitingen hierop aanpassen.
Ik kan zelf nieuwe voorbeelden vinden van (mis)communicatie of uitingen bedenken waarin ik doelmatig de elementen van communicatie inzet.
Slide 17 - Slide
In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 18 - Poll
Huiswerk
Lees de tekst Ode aan de scheidsrechter op pagina 33.
Bestudeer opdracht 6 t/m 9 van paragraaf 1 Communiceren doe je samen.
Volgende les
We lezen samen de tekst en maken opdracht 15 t/m 20. We bespreken de theorie van § 2: onderwerp en hoofdgedachte.