10.09.Unit 1, lesson 2

1 / 22

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Afspraken

Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
Je luistert en bent dus stil
Je werkt mee
Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is

Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Slide 2 - Slide

10 September 2024

September 2021

Slide 3 - Slide

Lesson plan

Unit 1 History

Words lesson 2 / StudyGo
Homework check
Reading + Phrases
Grammar - uitleg
(Home)work
Looking back

Slide 4 - Slide

Aan het einde van deze les..

..heb je words 1.1+1.2 geleerd
..weet je hoe en wanneer je 'much & many' en rangtelwoorden moet gebruiken
.. heb je kennis gemaakt met de phrases van lesson 2

Slide 5 - Slide

Words 2.1, page 157

Please, open your book: p.157

Slide 6 - Slide

Words

Units 1 Lesson 2, page 159

StudyGo

timer

5:00

Slide 7 - Slide

Do you know all new words already?

😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Homework check

Unit 1, Lesson 1.2

Do:

Exc. 16/17/18 +21 page 21/22-25/26

Please, open page 23

Check together:

exc.17, page 21

exc.21, page 25/26

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Reading

Where do you feel at home?

page 18 &

page 20

Slide 11 - Slide

Unit 4 Lesson 2

Unit 1: Lesson 2,

New Phrases, page 25 (161)

exc.21, page 25/26

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Much

Many

Slide 14 - Slide

Neem over in je schrift:

much

znw = ontelbaar --> je kunt het niet in mv zetten (begrippen, vloeistoffen, stofjes)
much sugar
much time
much homework
much coffee

Slide 15 - Slide

Neem over in je schrift:

many
znw= telbaar --> je kunt het in het meervoud zetten, of het ís al mv.
many children
many birds
many subjects
many stories

Slide 16 - Slide

Much & Many

Wat betekenen much & many?

Hoe weet je dan welke je moet gebruiken?
--> Hiervoor kijk je naar het zelfstandig naamwoord.

Slide 17 - Slide

Ordinal Numbers/ Rangtelwoorden/ Dates, page 23/24

Rangtelwoorden: een plaats in een rij aangeven

Hoe maak je rangtelwoorden
Uitzonderingen 1, 2 en 3
Rangtelwoorden na 21
Uitzonderingen spelling

Slide 18 - Slide

Rangtelwoorden

Grammar: Page 23

Exc. 19/20, 23-25

Slide 19 - Slide

Unit 1 - Lesson 2

Do:

Exc. 14/15/18/19/20, page 17-26

Slide 20 - Slide

Friday, September 13

Unit 1 Lesson 2

Study: Words lesson 1+2 (page 159)

Do:

Exc. 12/13/14/15/16/17/18 +21

page 17-26

+ unit 1 - Lesson 2 - PractiseMore

Slide 21 - Slide

Looking back: Dit waren 3 van de doelen voor deze les:

...heb je words 1.1+1.2 geleerd
...weet je hoe en wanneer je 'much & many' en rangtelwoorden moet gebruiken
...heb je kennis gemaakt met de phrases van lesson 2

Hoe goed is dat voor jou gelukt en waarom?

Slide 22 - Open question

10.09.Unit 1, lesson 2

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Poll

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Open question

More lessons like this

4Basis Unit 1 Lesson 1+2 12.09

29.08 4Basis Unit 1 Lesson 1+2

10.09.Unit 1, lesson 2

1.2 Grammar and phrases

19.01.24 Unit 4 Lesson 4.2.1 Basis

01.02.23 Unit 4 Lesson 4.2.1

3K Lesson 2.1 Unit 2Words/Phrases

3K Unit 6 Words/Phrases