10.09.Unit 1, lesson 2

1 / 27
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Afspraken 
  • Als je iets wilt zeggen, steek je je hand op
  • Je luistert en bent dus stil
  • Je werkt mee
  • Je schrijft mee in je schrift/werkboek/Chromebook
  • Je kletst niet met je klasgenoten en reageert niet op/naar anderen
  • Je gebruikt je Chromebook alleen als het nodig is
  • Je maakt je huiswerk, of je ouders worden geïnformeerd

Slide 2 - Slide

10 September 2024
September 2021

Slide 3 - Slide

Today
  1. StudyGo
  2. Homework check 
  3. Reading  + Phrases
  4. Grammar - uitleg
  5. (Home)work
  6. Looking back

Slide 4 - Slide


Aan het einde van deze les..
  1. ..heb je words 1.2  & grammar 'much & many'  herhaald
  2. ..weet je hoe en wanneer je 'a' & 'an' moet gebruiken
  3. .. heb je kennis gemaakt met de phrases van lesson 2

Slide 5 - Slide

Words 2.1, page 157
Please, open your book: p.157 

Slide 6 - Slide

Words
Units 1 Lesson 2, page 157
StudyGo










timer
5:00

Slide 7 - Slide

Homework check
Unit 1, Lesson 1.2
Do:
Exc. 17/18/19/20/21+23, page 19-25

Please, open page 21
Check together: 
exc.18, page 21
exc.19, page 22



Slide 8 - Slide


Do you know all new words already?

😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Reading
page 20

Slide 10 - Slide

Unit 4 Lesson 2
 Unit 1:  Lesson 2
New Phrases,  page 159













Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Much       
Many

Slide 14 - Slide

Neem over in je schrift:
much 
  • znw = ontelbaar --> je kunt het niet in mv zetten (begrippen, vloeistoffen, stofjes)

  • much sugar
  • much time
  • much homework
  • much coffee


Slide 15 - Slide

Neem over in je schrift:
  • many 
  • znw= telbaar --> je kunt het in het meervoud zetten, of het ís al mv.

  • many children
  • many birds
  • many subjects
  • many stories

Slide 16 - Slide



A / An
Please, take out your notebook.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Wat zijn  lidwoorden?

  • Neem over:
  • Lidwoorden zijn woorden die je vóór het zelfstandig naamwoord zet.
  • NL: de, het en een
  • EN: a en an

  • a pizza
  • a mobile
  • a game
  • a Euro (uitz.)
  • an apple
  • an iPhone
  • an example
  • an hour

  • Hoe komt het, denk je, dat je voor sommige woorden 'a' als lidwoord moet gebruiken en voor andere woorden 'an'? 

Slide 19 - Slide

LUISTER nog eens goed!

  • a pizza
  • a mobile
  • a game
  • a Euro (uitz.)

  • an apple
  • an iPhone
  • an example
  • an hour (uitz.)
Welke letter hoor je aan het begin?

Neem over:
Als de uitspraak begint met een klinker (a, e, o, u, i) dan gebruik je AN.
Als de uitspraak begint met een andere letter (medeklinker) dan gebruik je A

Slide 20 - Slide

a / an girl
A
a
B
an

Slide 21 - Quiz

a / an

tiger
A
a
B
an

Slide 22 - Quiz

a / an

hour
A
a
B
an

Slide 23 - Quiz

Ik begrijp nu hoe de lidwoorden a/an werken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Unit 1 - Lesson 2
Do: 
Exc. 20/21/22 page 22-23
Unit 1 - Lesson 2- PractiseMore

Slide 25 - Slide

Friday, September 13
Unit 1 Lesson 1+2

Study: Words lesson 1+2 (page 157)

Do:
Exc. 20/21/22 page 22-23
+
Unit 1 - Lesson 2- PractiseMore

Slide 26 - Slide

Looking back: Dit waren 3 van de doelen voor deze les:
..heb je words 1.2 & grammar 'much & many' herhaald
..weet je hoe en wanneer je 'a' & 'an' moet gebruiken
..heb je kennis gemaakt met de phrases van lesson 2
Hoe goed is dat voor jou gelukt en waarom?

Slide 27 - Open question