2.1 Het deeltjesmodel

2.1 Het deeltjesmodel
  • Maak de introductie op blz. 72 &73
  • Lees H2.1 op blz. 74 t/m 77
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2.1 Het deeltjesmodel
  • Maak de introductie op blz. 72 &73
  • Lees H2.1 op blz. 74 t/m 77

Slide 1 - Slide

2.1 Het deeltjesmodel
  • Maak de introductie op blz. 72 &73
  • Lees H2.1 op blz. 74 t/m 77
timer
7:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke drie eigenschappen moleculen in het deeltjesmodel hebben.
  • Je kunt beschrijven hoe de moleculen bewegen in een vaste stof, een vloeistof en een gas.
  • Je kunt uitleggen wat er met de moleculen gebeurt bij de verschillende faseovergangen.
  • Je kunt het ontstaan van mist, dauw en rijp toelichten met behulp van het deeltjesmodel.

Slide 3 - Slide

Moleculen van een stof
  • Stof bestaat uit kleine deeltjes die moleculen genoemd worden.
  • Elk stof heeft zijn eigen moleculen net als zout. Zout bestaat uit zoutmoleculen (Natriumchloride of NaCl)
  • Het deeltjesmodel laat zien hoe deze moleculen eruit zien en hoe ze zich gedragen in verschillende fasen.

Slide 4 - Slide

Deeltjes model

Drie belangrijke eigenschappen:


  1.  De moleculen van een stof veranderen niet
  2. De moleculen van een stof bewegen voortdurend
  3. De moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 5 - Slide

Deeltjesmodel
  • Moleculen van een stof veranderen niet

  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend.

  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 6 - Slide

Faseovergangen
  • De moleculen van een stof veranderen niet.

  • De moleculen van een stof bewegen voortdurend.

  • De moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 7 - Slide

Vraagje

Gassen kun je makkelijk samenpersen, maar vaste stoffen en vloeistoffen niet. Weet iemand hoe dat kan?

Slide 8 - Slide

Lucht
  • Stikstof en zuurstof kun je alleen vloeibaar maken met speciaal apparatuur. Waterdamp niet.
  • Temperatuur speelt een belangrijke rol. 

  • Temperatuur daalt, dan ontstaat er condensering --> vorming van kleine waterdruppeltjes
  • Temperatuur stijgt, dan verdampen de waterdruppeltjes.

Slide 9 - Slide

Mist
Waterdruppeltjes die zo klein zijn dat je ze met het blote oog niet kunt zien. 

Je ziet wel een vervaging door de 
hoeveelheid mini-waterdruppeltjes

Ze zijn zo licht dat ze in de lucht blijven hangen.

Slide 10 - Slide

Dauw
Waterdruppeltjes die zich op objecten of oppervlakten bevinden

Vaak blijven ze "plakken" aan een oppervlak.

Slide 11 - Slide

Rijp
Waterdruppeltjes die zich op objecten of oppervlakten bevinden en bevriezen door een te lage temperatuur.

Waterdamp in de lucht verandert in ijs zonder eerst vloeibaar te worden!

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
2.1 opdracht 1 t/m 10 op blz 79 t/m 82
Klaar? kijk dan de opgaven digitaal na.
timer
15:00

Slide 13 - Slide

Onthoud
• Stoffen bestaan uit heel kleine deeltjes. Deze deeltjes heten moleculen. Met het deeltjesmodel beschrijf je eigenschappen van de moleculen:
– de moleculen van een stof veranderen niet;
– de moleculen van een stof bewegen voortdurend;
– de moleculen van een stof trekken elkaar aan.
• In een vaste stof hebben de moleculen een vaste plaats, maar trillen op die plaats voortdurend heen en weer. Als de temperatuur van een vaste stof te groot wordt, bewegen de moleculen te snel en verlaten ze hun vaste plaats. De vaste stof smelt en wordt een vloeistof.

Slide 14 - Slide

Onthoud
 • In een vloeistof hebben de moleculen geen vaste plaats meer. De moleculen bewegen door elkaar heen. Als de temperatuur nog hoger wordt, dan is de snelheid van sommige moleculen zo groot dat ze uit de vloeistof ontsnappen. De vloeistof verdampt en wordt een gas.
• In een gas bewegen de moleculen los van elkaar. De ruimte tussen de moleculen is groot.
• In lucht komt waterdamp voor. Dit is een onzichtbaar gas. Als de temperatuur daalt, begint de waterdamp te condenseren en vormen zich waterdruppels. Deze waterdruppels zie je als mist of dauw. Als de lucht koud is, vormt zich uit de waterdamp meteen ijs. Dit noem je rijpen.

Slide 15 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke drie eigenschappen moleculen in het deeltjesmodel hebben.
  • Je kunt beschrijven hoe de moleculen bewegen in een vaste stof, een vloeistof en een gas.
  • Je kunt uitleggen wat er met de moleculen gebeurt bij de verschillende faseovergangen.
  • Je kunt het ontstaan van mist, dauw en rijp toelichten met behulp van het deeltjesmodel.

Slide 16 - Slide