2.1 Het deeltjesmodel

Deeltjesmodel
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deeltjesmodel

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen welke drie eigenschappen moleculen in het deeltjesmodel hebben.
  • Je kunt beschrijven hoe de moleculen bewegen in een vaste stof, een vloeistof en een gas.
  • Je kunt uitleggen wat er met de moleculen gebeurt bij de verschillende faseovergangen.
  • Je kunt het ontstaan van mist, dauw en rijp toelichten met behulp van het deeltjesmodel.

Slide 2 - Slide

Alle stoffen bestaan uit heel kleine deeltjes genaamd  
MOLECULEN
Eigenschappen moleculen:
- de moleculen van een stof veranderen niet
- de moleculen van een stof bewegen voortdurend
- de moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 3 - Slide

Hoe kan een stof dan veranderen?

Slide 4 - Slide

Er zijn 3 fasen voor stoffen (zoals water)
- Vloeibare fase
- Vaste fase
- Gas fase
Vast                       Vloeibaar                        Gas

Slide 5 - Slide

Hoe werken die fase overgangen?

Slide 6 - Slide

Deeltjesmodel

Drie belangrijke eigenschappen:


  1.  De moleculen van een stof veranderen niet
  2. De moleculen van een stof bewegen voortdurend
  3. De moleculen van een stof trekken elkaar aan

Slide 7 - Slide

Deeltjesmodel
  • Moleculen van een stof veranderen niet

  • Moleculen van een stof bewegen voortdurend.

  • Moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 8 - Slide

Beweging van de moleculen

Slide 9 - Slide

Faseovergangen
De 3 fasen zijn: vast, vloeibaar en gas

Iedere faseovergang heeft zijn eigen naam

Slide 10 - Slide

Faseovergangen
Dit model en alle faseovergangen moet je kennen

Slide 11 - Slide

Animatie invloed temperatuur op bewegen van moleculen

Slide 12 - Slide

Vraagje

Gassen kun je makkelijk samenpersen, maar vaste stoffen en vloeistoffen niet. Weet iemand hoe dat kan?

Slide 13 - Slide

Lucht
  • De lucht bestaat voornamelijk uit de gassen stikstof en zuurstof
  • In de lucht kom je ook altijd watermoleculen tegen (waterdamp)


Slide 14 - Slide

Regen, sneeuw, mist, hagel, rijp en dauw zien er heel verschillend uit. 
Toch gaat het bij al deze weersverschijnselen om dezelfde stof: water.
.






De fasen van water.

Slide 15 - Slide

Condensatie
  • Waterdamp gaat in de lucht condenseren bij een bepaalde temperatuur,  het dauwpunt.
  • Door condensatie ontstaan kleine waterdruppeltjes, deze blijven in de lucht zweven.
  • Veel kleine druppeltjes samen vormen een wolk.

Slide 16 - Slide

Hoe onstaat een wolk?
Dauwpunt = de temperatuur waarbij
waterdamp begint te condenseren. 

Er ontstaan waterdruppeltjes, zo
ontstaat een wolk

Slide 17 - Slide

Condensatie
  • Bij condensatie vlak boven de grond spreken we van mist.
  • Najaar veel mist --> koelt na zonsondergang snel af

Slide 18 - Slide

Mist
Waterdruppeltjes die zo klein zijn dat je ze met het blote oog niet kunt zien. 

Je ziet wel een vervaging door de 
hoeveelheid mini-waterdruppeltjes

Ze zijn zo licht dat ze in de lucht blijven hangen.

Slide 19 - Slide

Mist is goed zichtbaar en kan dus niet uit waterdamp bestaan, want waterdamp is onzichtbaar. Mist bestaat uit kleine druppeltjes vloeibaar water die in de lucht zweven. Dat noem je een nevel.

Slide 20 - Slide

Dauw
Waterdruppeltjes die zich op objecten of oppervlakten bevinden

Vaak blijven ze "plakken" aan een oppervlak.

Slide 21 - Slide

Rijp
Waterdruppeltjes die zich op objecten of oppervlakten bevinden en bevriezen door een te lage temperatuur.

Waterdamp in de lucht verandert in ijs zonder eerst vloeibaar te worden!

Slide 22 - Slide

Aan de slag!
2.1 opdracht 1 t/m 10
Maak ook de voorkennis als je deze nog niet af had

Slide 23 - Slide