Herhaling hoofdstuk 3
1 / 22
Lesson duration is: 45 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Hoeveel begrippen snap je nog niet helemaal?
Slide 3 - Poll
Vaste fase
Vloeibare fase
Gasfase
Slide 4 - Drag question
Wat geven deze
modellen weer?
modellen weer?
A
Links is een mengsel, rechts een zuivere stof
B
Rechts is een mengsel, links een zuivere stof
C
Het zijn allebei mengsels
D
Het zijn allebei zuivere stoffen
Slide 5 - Quiz
Wat is de naam van groep 17 in het periodiek systeem?
A
Alkalimetalen
B
Aardalkalimetalen
C
Halogenen
D
Edelgassen
Slide 6 - Quiz
Zet de namen bij de juiste symbolen/formules
Cu
H3PO4
Fe
Al
Sn
Ti
SO2
P
Koper
Fosforzuur
Ijzer
Aluminium
Tin
Titaan
Zwaveldioxide
Fosfor
Lood
Koolstofdioxide
Fluor
Slide 7 - Drag question
Welk van de volgende termen is een vorm van corrosie?
A
Legering
B
Isotoop
C
Roesten
D
Fotosynthese
Slide 8 - Quiz
Welke metalen reageren goed met zuurstof en vochtige lucht (corrosie)?
A
Edele metalen
B
Halfedele metalen
C
Onedele metalen
D
Zeer onedele metalen
Slide 9 - Quiz
Wat is een legering?
A
Metaal uit groep 1
B
Mengsel van metalen
C
Metaal dat niet roest
Slide 10 - Quiz
Wat betekent dit:
5 CO2
5 CO2
A
5 koolstofdioxide moleculen
B
5 koolstofatomen en 10 waterstofatomen
C
5 koolstofatomen en 7 zuurstofatomen
D
5 watermoleculen
Slide 11 - Quiz
Wat is hier de index en coëfficiënt?
CO
5
2
Coëfficiënt
Index
Slide 12 - Drag question
Welke van onderstaande stoffen is een element? (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Au
B
F2
C
CO
D
Co
Slide 13 - Quiz
Welke van onderstaande is een verbinding?
A
Co
B
CO
Slide 14 - Quiz
Wat is de molecuulmassa
van dit molecuul:
Denk aan de eenheid!
van dit molecuul:
Denk aan de eenheid!
Slide 15 - Open question
Wat is het massapercentage
waterstof in ?
Geef alleen het antwoord
rond je antwoord af op 1 decimaal
waterstof in ?
Geef alleen het antwoord
rond je antwoord af op 1 decimaal
Slide 16 - Open question
Hoeveel protonen bevat een natriumatoom met massagetal 23?
A
11
B
23
C
12
D
10
Slide 17 - Quiz
Hoeveel neutronen bevat een natriumatoom met massagetal 23?
A
11
B
23
C
12
D
10
Slide 18 - Quiz
Hoeveel protonen en hoeveel
neutronen heeft het
volgende atoom:
neutronen heeft het
volgende atoom:
A
17 protonen, 37 neutronen
B
37 protonen, 17 neutronen
C
17 protonen, 17 neutronen
D
17 protonen, 20 neutronen
Slide 19 - Quiz
Cl-35 en Cl-37 zijn isotopen van elkaar. Wat betekent dit?
A
zelfde aantal protonen
B
zelfde aantal elektronen
C
zelfde aantal neutronen
Slide 20 - Quiz
Cl-35 en Cl-37 zijn isotopen. Hoeveel neutronen bevatten ze ieder?
A
Cl-35: 17
Cl-37: 17
B
Cl-35: 18
Cl-37: 18
C
Cl-35: 35
Cl-37: 37
D
Cl-35: 18
Cl-37: 20
