04-06-2024 - les 6 - ser & estar, gustar, woordenlijst

Les 6 - periode 4 - dinsdag 4 juni 2024
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 6 - periode 4 - dinsdag 4 juni 2024

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?


  • We leren het verschil tussen 'ser' (zijn) & 'estar' (ergens zijn)
  • We leren hoe we zeggen/vragen wat ik/iemand leuk vindt
  • Ik deel de lijst met woordenschat, passend bij jullie vak--> Heb je aanvullingen, of mis je termen/woordenschat, laat het me weten!

Slide 2 - Slide

Ser (=zijn) <-> estar (=ergens zijn)
Soy estudiante
Soy Noemí
Soy de Holanda

Estoy en casa
Estoy en clase
Estoy de vacaciones
Estoy en el trabajo

Slide 3 - Slide

¡A practicar!
1. ¿Cuántos libros ......... tú?
2. Los chicos ..... de Holanda.
3. ¿Quién ..... tu mejor amigo?
4. Ahora (=nu) mismo (yo) ............. en Paris.
5. ¿Dónde .............. el coche (=auto)?
6. Mis padres ................ españoles.
7. No .............. tiempo (=tijd) para estudiar (=studeren)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Het werkwoord 'gustar' 
Het werkwoord 'gustar' betekent:
--> iets leuk/lekker/tof vinden/
ergens van houden
Het is een werkwoord dat je op
een bijzondere manier gebruikt!

slechts 2 vormen: gusta - gustan

Slide 6 - Slide

Het gebruik van gustar bij 6 persoonsvormen:
- Me gusta nadar (=zwemmen).
- ¿Te gusta nadar?
- A Pedro le gusta nadar.
- Nos gusta nadar.
- ¿No os gusta nadar?
- A mis padres no les gusta nadar.

Slide 7 - Slide

Gustar = ergens van houden
Me gusta el café
Me gusta viajar (=reizen)
Me gusta hacer futból

Me gustan las vacaciones 
Me gustan las manzanas (=appels)
Me gustan los abuelos
enkelvoud
meervoud

Slide 8 - Slide

Practicamos...

Slide 9 - Slide





(No) me gusta ...........................

(No) me gusta(n) ........................

Slide 10 - Slide

Woordenlijst medische termen
Ik stuur de gemaakte woordenlijst via de Teams-chat naar jullie.

Kijk hier goed en kritisch naar deze week, en vul aan waar het nodig is!

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide