Je schrijft een hoofdletter:
bij eigennamen van bijvoorbeeld personen, dieren, landen, provincies, plaatsen, rivieren, gebergten, bedrijven, instellingen, boeken, liedjes, films en feestdagen.
Let op: van, de, der, op of in aan het begin van een achternaam krijgt geen hoofdletter als de voornaam of voorletter ervoor staat.
Henry van Loon - meneer Van Loon
M. op de Beek-de Vlieg - mevrouw Op de Beek-de Vlieg