Ziekten van het circulatiestelsel (Hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk)

Ziekten van het circulatiestelsel
Hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk) 

Learnbeat: 29.5 Ziekten van het circulatiestelsel 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AfpMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ziekten van het circulatiestelsel
Hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk) 

Learnbeat: 29.5 Ziekten van het circulatiestelsel 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je legt uit wat de ziektedefinitie is van een hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk.

  • Je legt uit wat de oorzaak is van een hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk.

  • Je legt uit wat de symptomatologie is van een hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk.

  • Je legt uit wat de behandeling is van een hartinfarct, hartfalen, angina pectoris en een hoge bloeddruk.

Slide 2 - Slide

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 3 - Quiz

In welke ruimte ligt de sinusknoop?
A
In het linker atrium
B
In de linker ventrikel
C
In het rechter atrium
D
In de rechter ventrikel

Slide 4 - Quiz

Hoeveel mensen worden per jaar getroffen door een hartinfarct?
A
250
B
2500
C
25000

Slide 5 - Quiz

Er sterven elke dag meer dan 100 mensen aan hart en vaatziekten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Oorzaken hartproblemen

Slide 7 - Mind map

Hoge bloeddruk: Dit kan leiden tot beschadiging van de bloedvaten en het hart overbelasten
Vernauwing van de kransslagaders: Dit vermindert de bloedtoevoer naar het hart, wat kan leiden tot angina pectoris of een hartinfarct
Hartklepproblemen: Aantasting of defecten van de hartkleppen kunnen de bloedstroom door het hart verstoren
Hartritmestoornissen: Onregelmatige hartslagen kunnen de efficiëntie van het hart verminderen
Aantasting van de hartspier: Dit kan worden veroorzaakt door infecties, alcoholmisbruik of giftige stoffen

Slide 8 - Slide

Ik leef gezond
Ja
Nee
Een beetje

Slide 9 - Poll

Slide 10 - Slide

De weg naar een hartinfarct..

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Trombosebeen
Ervaring mee
Geen ervaring mee

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Slide

Bij zowel mannen en vrouwen zijn de symptomen van hartklachten gelijk
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Typische klachten

Slide 16 - Mind map

Drukkende pijn op de borst: Dit is vaak het meest duidelijke signaal. Het voelt alsof er een band om je borst wordt gesnoerd en de pijn gaat niet over
Pijn die uitstraalt: De pijn kan uitstralen naar de armen, schouderbladen, hals, kaak of maagstreek
Kortademigheid: Moeite met ademhalen kan een teken zijn van een hartinfarct
Zweten: Overmatig zweten zonder duidelijke reden
Misselijkheid en braken: Dit komt vaak voor bij een hartinfarct
Duizeligheid of bewusteloosheid: Een licht gevoel in het hoofd of zelfs flauwvallen kan optreden

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Acute fase:
Medicijnen: Pijnstillers zoals morfine en nitraten (onder de tong) om de pijn te verlichten
Monitoring: Je wordt aan de hartbewaking gelegd om je hartritme in de gaten te houden en snel in te grijpen bij hartritmestoornissen

Herstel van de bloedtoevoer:
Dotterbehandeling (PCI): Een procedure waarbij een katheter met een ballonnetje via de pols of lies wordt ingebracht om het verstopte bloedvat te openen. Vaak wordt er ook een stent geplaatst om het bloedvat open te houden.

Bypassoperatie: Als dotteren niet mogelijk is, kan een chirurg een omleiding (bypass) aanleggen met een ander bloedvat om de verstopping heen.

Langdurige behandeling:
Medicijnen: Bloedverdunners, cholesterolverlagers, ACE-remmers en bètablokkers om verdere hartproblemen te voorkomen.
Hartrevalidatie: Ondersteuning bij lichamelijk en mentaal herstel, inclusief leefstijladviezen om gezonder te leven.
Behandeling

Slide 20 - Slide

Dotteren/stent

Slide 21 - Slide

Hartfalen (decompensatio cordis)
Verstoorde pompfunctie van het hart 
Rechts hartfalen
Links hartfalen
Bij linkszijdig hartfalen is de linker hartkamer niet in staat om voldoende bloed naar het lichaam te pompen.

Dit kan leiden tot een ophoping van bloed in de longen, wat ademhalingsproblemen veroorzaakt.


Rechtszijdig hartfalen treedt op wanneer de rechter hartkamer niet effectief bloed naar de longen kan pompen. 

Dit leidt tot een ophoping van bloed in de aderen, wat resulteert in vochtophoping in benen, enkels en buik.

Nycturie is hier ook kenmerkend. 



Slide 22 - Slide

  • kortademigheid bij inspanning en later ook in rust doordat het lichaam te weinig zuurstof rond pompt
  • vochtophoping door verminderde pompfunctie. Dit kan leiden tot oedeem laag in de benen dat zich langzaam uitbreidt tot in de rest van de benen, koude armen en benen, opgezet gevoel in de maag, geen eetlust en pijn rechtsboven in de buik
  • vermoeidheid
  • hoesten door vochtophoping in de longen
  • benauwdheid bij liggen door vochtophoping in de longen

Slide 23 - Slide

Behandeling
Medicijnen:
Diuretica (plasmedicijnen)
ACE-remmers
Bètablokkers
Aldosteronantagonisten

Leefstijlaanpassingen:
Gezonde voeding

Medische ingrepen:
Pacemaker of ICD
Hartklepoperatie

Hartrevalidatie:
Een programma dat bestaat uit gecontroleerde lichaamsbeweging, voorlichting en ondersteuning om patiënten te helpen hun leven aan te passen en hun hartgezondheid te verbeteren

Slide 24 - Slide

Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart verstopt raakt?
A
hartfalen
B
hartbloeding
C
hartinfarct
D
hartkramp

Slide 25 - Quiz

het openmaken van een bloedvat met een ballonnetje noemen we:
A
bloedverdunnen
B
bypass
C
dotteren
D
preventie

Slide 26 - Quiz

Welke structuur sterft door zuurstofgebrek bij een hartinfarct?
A
kransslagader
B
hartkleppen
C
myocard
D
rode bloedcellen

Slide 27 - Quiz

moe
pijn linker arm
drukken-de pijn
duizelig
pijn kaak
vage pijn

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Slide

Opdracht
4 groepjes: hypotensie en hypertensie

1. Wat houdt het in?
2. Bij wie komt het voor? Denk aan de oorzaak en risicofactoren
3. Welke verschijnselen zie je?
4. Welke behandelingsmogelijkheden zijn er? En wat is jouw rol hierin (aandachtspunten)?

Slide 30 - Slide