2TL 5.3

Paragraaf 5.3
Belasting op shoppen?


Woensdag 24 mei 2023
A.203
2TL



1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.3
Belasting op shoppen?


Woensdag 24 mei 2023
A.203
2TL



Slide 1 - Slide

Leerdoelen
In deze les leer je:
Wat btw is;
Dat btw een indirecte belasting is;
Hoe je de consumentenprijs berekent;
Hoe je vanuit de consumentenprijs terug kunt rekenen naar de verkoopprijs (exclusief btw). 


Slide 2 - Slide

Aan de slag
Wat moet ik doen? -> maak de opdrachten van paragraaf 5.2
Met wie ga ik dat doen? -> individueel of in tweetallen
Hoe ga ik dat doen? -> raadpleeg het boek
Wie mag ik om hulp vragen? -> de docent
Hoe lang heb ik de tijd? -> 10 minuten
Wat doe ik als klaar ben? -> maak de overige opdrachten

Slide 3 - Slide

BTW
BTW = belasting over de toegevoegde waarde.

Een andere naam voor btw is omzetbelasting.

Het is een belasting die de winkelier moet optellen bij de verkoopprijs.




Slide 4 - Slide

Indirecte belasting
Belasting betaal je aan de overheid.
Belasting die je via een winkelier aan de overheid betaalt, is een indirecte belasting.

 
BTW is een voorbeeld van een indirecte belasting.


Slide 5 - Slide

Consumentenprijs
Consumentenprijs = verkoopprijs + btw


Voorbeeld
H&M verkoopt T-shirts. De verkoopprijs (exclusief btw) is € 18. De btw is 21%. Wat wordt de consumentenprijs?
Stap 1: bereken de BTW. 
De BTW is 21% van €18.  18÷ 100 × 21 = €3,78     of 18 x 0,21 = €3,78

Stap 2: tel de BTW op bij de verkoopprijs. 
Consumentenprijs: €18 + €3,78 = € 21,78          of  18 x 1,21 = €21,78

Slide 6 - Slide

Van consumentenprijs naar verkoopprijs
Als je de prijs incl. 21% btw weet:
Prijs exclusief btw = prijs inclusief 21% btw ÷ 121 × 100






Slide 7 - Slide

Voorbeeld
De consumentenprijs van een IPhone is €332,75 (incl. 21% btw).

Hoeveel is de prijs exclusief btw?
€ 332,75 ÷ 121 × 100 = € 275


Prijs exclusief btw = prijs inclusief 21% btw ÷ 121 × 100

Slide 8 - Slide

De btw op appels is 9% btw.

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Voor een tablet betaal je 9% btw.

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Als consument betaal je de BTW rechtstreeks aan de belastingdienst.
Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Je koopt een lamp voor op je kamer. De verkoopprijs van de lamp is €32 (exclusief btw). De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs.
A
€32
B
€21
C
€53
D
€38,72

Slide 12 - Quiz

Fietshandelaar De Wit heeft een nieuwe mountainbike in de winkel staan. De prijs exclusief btw is € 620, de btw is 21%.

Bereken de consumentenprijs van deze mountainbike.
A
€620
B
€750,20
C
€742,35
D
€1.300,-

Slide 13 - Quiz

Je koopt een fiets. De consumentenprijs is € 744,15, de btw is 21%.

Bereken de verkoopprijs exclusief btw.
A
€744,15
B
€723,15
C
€21
D
€615

Slide 14 - Quiz

Aan de slag
Wat moet ik doen? -> maak  5.3
Met wie ga ik dat doen? -> individueel of in tweetallen
Hoe ga ik dat doen? -> raadpleeg het boek
Wie mag ik om hulp vragen? -> de docent
Hoe lang heb ik de tijd? -> 15 minuten
Wat doe ik als klaar ben? -> maak de overige opdrachten

Slide 15 - Slide