1. Ezra's coach
wil dat zij haar record op de schoolslag
verbetert 2. Joey en Sam hebben lege flessen ingezameld en ze hebben daarmee 200 euro verdiend voor het goede doel
3. De jagers schoten in de lucht, waarna de ree wegvluchtte
4. De paardenfokker ontkent dat hij de dieren heeft verwaarloosd
5. Beantwoord jij de appjes onder het eten of wordt je moeder dan boos?
6. We werden verrast met een uitgebreide lunch