Formeel en informeel taalgebruik

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 

Slide 1 - Slide

Hoe begroet je iemand
in een mail?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Aantekeningen
Formeel taalgebruik = zakelijk taalgebruik 
- je spreekt vooral met 'u' 
- geen straattaal 
- nette zinnen 

informeel taalgebruik = persoonlijk taalgebruik 
- je spreekt vooral met 'je' 
- je spreekt zo tegen mensen die je kent 

Slide 12 - Slide

formeel of informeel?

Met mij is alles prima!
A
Formeel
B
Informeel

Slide 13 - Quiz

formeel of informeel?

Met vriendelijke groet,
A
Formeel
B
Informeel

Slide 14 - Quiz

Als je informele taal gebruikt ken je de persoon?
A
niet
B
een beetje
C
wel
D
helemaal niet

Slide 15 - Quiz

formeel of informeel?

Sorry voor het storen.
A
Formeel
B
Informeel

Slide 16 - Quiz

Wat is een juiste aanhef bij een informele mail?
A
Hallo Marit,
B
Geachte mevrouw Zijlstra,
C
Groetjes, Marit
D
Met vriendelijke groet, Marit Zijlstra

Slide 17 - Quiz

formeel of informeel?
Kijk uit joh!

A
formeel
B
informeel

Slide 18 - Quiz

Gebruik je bij 'ouderen'
informele of formele taal?
A
informeel
B
formeel

Slide 19 - Quiz

Gebruik je bij 'kinderen'
informele of formele taal?
A
informeel
B
formeel

Slide 20 - Quiz

Hopelijk heb ik u voldoende geïnformeerd.
Formeel of informeel?
A
formeel
B
informeel

Slide 21 - Quiz

Welke aanhef gebruik je bij een informele tekst?
A
Geachte
B
Beste
C
Hai
D
Hoi

Slide 22 - Quiz

Een voorbeeld van een informele tekst is een?
A
sollicitatiebrief
B
uitnodiging
C
klachtenbrief
D
berichtje van jouw broer

Slide 23 - Quiz

Een informele tekst lijkt meer op spreektaal
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Wat is een juiste afsluiting bij een informele mail?
A
Hallo Marit,
B
Geachte mevrouw Zijlstra,
C
Groetjes, Marit
D
Met vriendelijke groet, Marit Zijlstra

Slide 25 - Quiz

Het lesdoel 
Aan het einde van de les kan ik een voorbeeld geven van informeel en formeel taalgebruik. 


Vooruitblik volgende les --> conventies 

Slide 26 - Slide