Hoofdstuk 6 paragraaf 1

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

H6 §1

Werk voor de overheid. 

§1: collectieve voorzieningen.

Vandaag:

Lesdoel

Uitleg 

Aan de slag

Lesdoel

Aan het einde van deze les kunnen jullie uitleggen:

• hoe de overheid zorgt voor de collectieve voorzieningen. 

Het waterschap

• Zijn verantwoordelijk voor bijna alles dat met het water in ons land te maken heeft.
  
• Denk aan: zuiveren, dijken maken en onderhouden, waterpeil.
  
• Bekijk het filmpje hiernaast.
  

Regels van de overheid

• Regels gelden voor iedereen.
  
• Ze worden door de politiek bedacht.
  
• De politie kijkt of iedereen zich eraan houdt.
  
• Justitie straft diegene die ze overtreden.

Stel dat een natuurliefhebber een weg wil afsluiten om van de vogels te genieten.

Waarom zal de overheid dat niet toestaan?

Het Rijk

• Ministers vormen samen de regering (eerste en tweede kamer).
  
• Ministers worden gekozen door de burgers.
  
• Samen besturen ministers het Rijk.
  
• Ze voeren landelijke overheidstaken uit.

De provincie

• Provincie is onderdeel van het rijk en voert taken uit die door het rijk opgelegd worden.
  
• Zijn vaak verantwoordelijk voor meerdere gemeenten.
  
• Leggen nieuwe rijkswegen neer (geen snelwegen!)
  
• Onderhoud van wegen.
  
• Werken samen met de waterschappen.

Er komt water door de polderdijk heen.

Wat is het gevaar hiervan?

Waar horen de provincies bij?

1. Het bedrijfsleven
2. De overheid

De gemeente

• Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de “kleinere” zaken.
• Bijvoorbeeld wegen in dorpen en steden, maar ook lantaarnpalen etc.
• Alle taken die burgers direct raken.
• Ook: uitgeven paspoorten en rijbewijzen.
• 
  

Zorg van de overheid

• Taak overheid: land beschermen.
  
• Dus ook dijken bouwen, scholen open houden, wegen verzorgen.
  
• Deze taken uitbesteden aan provincies.
  
• Collectieve voorzieningen: alles wat de overheid verzorgd: scholen, ziekenhuizen, etc.

Wat doet het Rijk? Kies de twee juiste antwoorden.

1. Zij neemt beslissingen over de kinderbijslag
2. Zij voert de onderwijsinspectie uit
3. Zij zet een kerstboom in elke stad
4. Zij zorgt voor de winkels in een winkelcentrum

Aan de slag!

• Ga aan de slag met H6 §1
• Zorg dat je ook de rekentrainer maakt. 
• Klaar? Maak versterk jezelf. 
• Je werkt voor jezelf. 
• Je mag een rekenmachine gebruiken (geen telefoon).
• Je werkt in stilte.