1BKL_Thema 2| bs. 3 Cellen

Planning 
Terugblik vorige les
Uitleg bs. 3 
Zelf aan de slag


1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning 
Terugblik vorige les
Uitleg bs. 3 
Zelf aan de slag


Slide 1 - Slide

Wat is een orgaan?

Slide 2 - Open question

Wat is een orgaanstelsel?
A
alle organen die werken
B
alle organen die bezig zijn met leven
C
alle levende organen
D
alle organen die samenwerken aan 1 taak

Slide 3 - Quiz


Schrijf de 3 organen op van een plant

Slide 4 - Open question

Planten maken hun eigen voedingsstoffen.
In welke organen doen ze dit vooral?

A
in de bladeren
B
in de bloemen
C
in de stengels
D
in de wortels

Slide 5 - Quiz

Bouw van een Blad
Bladsteel
Bladschijf
Nerven
Bladmoes

Slide 6 - Drag question

Noteer de 3 taken van wortels van een plant.

Slide 7 - Open question

Thema 2|Organen en Cellen
Basisstof 3: Cellen 

Slide 8 - Slide

Leerdoelen
2.3.5 Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
2.3.6 Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.
2.3.7 Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.

Slide 9 - Slide

Cellen
Cellen zijn kleine bouwstenen van organismen.
Cellen zijn er in veel verschillende vormen.
De vorm van een cel heeft te maken met de functie.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Zoek de verschillen
en de overeenkomsten

Slide 12 - Slide

Dierlijke cellen
Celmembraan: een dun vliesje om het cytoplasma. Is een beetje doorlaatbaar. 

Celplasma (cytoplasma): dikke vloeistof die bestaat uit water met opgeloste stoffen 

Celkern: regelt wat er in de cel  gebeurt, bevat DNA.

Slide 13 - Slide

Plantaardige cel
  • Vacuole: blaasje  gevuld met vocht (water en opgeloste stoffen, kleurstoffen).

  • Bladgroenkorrels: kleine groene korrels in een plantaardige cel waarin fotosynthese plaatsvindt

  • Celwand: stevig laagje om de cel heen.

Slide 14 - Slide

Plantaardige en dierlijke cellen

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Maak opdracht 1 t/m 9 van 2.3
  • Hoe? Zelfstandig in stilte, samen met buurman/vrouw als de docent het aangeeft
  • Hulp? Tekst van deze basisstof - Docent (vinger opsteken)
  • Klaar? Verder met basisstof 2.4 lezen en maken

Slide 16 - Slide

Leerdoelen
2.3.5 Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
2.3.6 Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken.
2.3.7 Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken.

Slide 17 - Slide

Cellen hebben vaak een bepaalde vorm die anders is dan de vorm van andere cellen.
Wat bepaalt de vorm van cellen?

Slide 18 - Open question