7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (prullenbak)
Slide 6 - Slide
Weet je het nog? Zin 1a p. 57
Waarom | maken | we | in Europa | eigenlijk | grappen | op 1 april?
bwb wg o bwb bwb lv bwb
Slide 7 - Slide
Instructie
Werk eerst alleen, maak de opdrachten in je boek.
Je kijkt zelf na: studiewijzer op Magister.
Weet je iets niet?
Lees de theorie: stappenplan pagina p. 254.
Overleg zachtjes met je buur.
Sla de vraag over en vraag mij later.
Slide 8 - Slide
Maken
Paragraaf 1.7 les 1
Maak in je leerwerkboek opdracht: 1, 2, 4, 8, 9, 12, 15, 17.
Let op! Bepaal bij oefening 2 of je extra oefening nodig hebt.
Zie Magister voor uitleg.
Slide 9 - Slide
Stap 1: zoek de pv
Na haar beurt zou Sterre de boog aan Boyan geven.
Zet de zin in een andere tijd. Het werkwoord dat verandert, is de persoonsvorm (pv).
Slide 10 - Slide
Stap 2: zet zinsdeelstrepen
Na haar beurt zou Sterre de boog aan Boyan geven.
Welke delen horen bij elkaar?
Alles wat voor de pv kan staan, is 1 zinsdeel.
Slide 11 - Slide
Stap 3: zoek het gezegde
Na haar beurt | zou (pv) | Sterre | de boog | aan Boyan | geven.
Heeft het belangrijkste werkwoord een duidelijke betekenis? Dan wg.
Het werkwoordelijk gezegde (wg) zijn alle werkwoorden in de zin (dus ook de pv). Daarbij horen ook aan het, te, wederkerend voornaamwoord en scheidbare werkwoorden.
Bijvoorbeeld: was aan het vissen, stond te vissen, waste zich, belde op.
Slide 12 - Slide
Stap 4: zoek het onderwerp
Na haar beurt | zou (pv, wg) | Sterre | de boog | aan Boyan | geven (wg).
Wie/wat + gezegde? Antwoord hierop is het onderwerp (o).
Slide 13 - Slide
Stap 5: zoek het lijdend voorwerp
Na haar beurt | zou (pv, wg) | Sterre (o)| de boog | aan Boyan |geven (wg).
Wie/wat + wg + o? Antwoord hierop is het lijdend voorwerp.
Slide 14 - Slide
Stap 6: zoek het meewerkend voorwerp
Na haar beurt | zou (pv, wg) | Sterre (o) | de boog (lv) | aan Boyan | geven (wg).
Aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv? Antwoord hierop is het meewerkend voorwerp.
Slide 15 - Slide
Stap 7: benoem overige zinsdelen
Na haar beurt | zou (pv, wg) | Sterre (o) | de boog (lv) | aan Boyan (mv) | geven (wg).
Meestal zijn de zinsdelen die overblijven bijwoordelijke bepalingen. Die zinsdelen geven antwoord op vragen als waardoor, wanneer, hoe vaak, waarmee, waar, waarheen?