Gereedschappen in de autotechniek

Gereedschappen in de autotechniek: 

Essentiële hulpmiddelen voor autoreparatie

Leerdoel

Aan het einde van de lessenreeks kun je de belangrijkste gereedschappen in de autotechniek identificeren en begrijpen hoe ze worden gebruikt.

Wat weet je al over gereedschappen in de autotechniek?

Sleutels (steek-ring- knie /knik)

Een sleutelset bestaat uit verschillende maten in mm of inch ", en er zin verschillende varianten zoals: steek-steek- steek-ring/ ring-ring.  Het wordt gebruikt om bouten en moeren aan- los te draaien. 

Remleidingsleutel

Een remleidingsleutels wordt gebruikt om remleidingen te kunnen monteren en demonteren.

Dopsleutelset

Een dopsleutelset bestaat uit verschillende maten doppen en ratels. Het wordt gebruikt om bouten en moeren aan te draaien of los te maken.

Luchtsleutels/ slagmoer.

Lucht- slagmoergereedschap  wordt gebruikt om bouten en moeren aan te draaien of los te maken die erg vast zitten, het versnelt dan ook de werktijd tot op zekere hoogte.

Schroevendraaiers

Schroevendraaiers worden gebruikt om schroeven vast te zetten of los te draaien. Er zijn verschillende soorten, zoals platkop en kruiskop.

Tangenset

Een tangenset omvat verschillende soorten tangen, zoals combinatietangen, waterpomptangen en zijsnijtangen, die worden gebruikt voor diverse doeleinden.

Hamers

Hamers zijn er in verschillende uitvoeringsvormen en gewichten. Elke hamer is dus niet overal geschikt voor!

oliefiltergereedschap

Aan een verbrandingsmotor kunnen verschillende oliefilters zitten, hier zijn dus meerdere soorten gereedschap voor.

Beitels, pendrijvers en centerponsen

Toepassingen beitels:                     loskappen van bouten en moeren/ splijten van klempassingen/ popnagelkop verwijderen.                  Toepassing pendrijvers:  verwijderen van splitpennen/ afgebroken bouten uitslaan/ vastzittende pennen uitslaan

Momentsleutel

Een momentsleutel wordt gebruikt om bouten met een specifiek aandraaimoment vast te zetten, wat essentieel is voor veiligheid en nauwkeurigheid.

Slagtrekker

Een slagtrekker wordt gebruikt om vastzittende onderdelen los te maken door er schokken op uit te oefenen.

Motorsteun- Assteun

Een motorsteun wordt gebruikt om de motor te ondersteunen en te positioneren tijdens reparaties of vervangingen.

Garagekrik (wielwissel)

Een Garagekrik wordt gebruikt om de auto per wiel kant te liften, dit voor reparaties en- of vervanging vaneen wiel te kunnen uitvoeren.

Vraag & Antwoord

Beantwoord vragen van studenten over de besproken gereedschappen.

Praktische Demonstratie

Voer een praktische demonstratie uit waarbij studenten de gereedschappen kunnen gebruiken onder toezicht van de docent.

Veiligheidsmaatregelen

Bespreek de essentiële veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van gereedschappen in de autotechniek, zoals oogbescherming en correcte houding.

Hydraulische krik

Een hydraulische krik wordt gebruikt om voertuigen op te tillen voor onderhoud of reparaties.

Bandenwissel

Beschrijf het proces van het verwisselen van een autoband met behulp van de juiste gereedschappen.

Onderhoudsgereedschappen

Beschrijf en demonstreer specifieke gereedschappen die worden gebruikt voor onderhoudstaken, zoals oliefiltersleutels en bougiesleutels.

Elektrisch Gereedschap

Bespreek het gebruik van elektrisch gereedschap, zoals boormachines en slijpmachines, in de autotechniek.

Speciaal Gereedschap

Identificeer speciaal gereedschap dat wordt gebruikt voor gespecialiseerde taken, zoals motoruitlijningsgereedschap en koppelingstrekkers.

Praktijkopdracht

Geef de studenten een praktijkopdracht waarbij ze gereedschappen moeten gebruiken om een specifieke reparatie uit te voeren.

Evaluatie

Evalueer de kennis van de studenten door middel van een korte quiz of praktische beoordeling.

Reflectie

Laat de studenten reflecteren op wat ze hebben geleerd over gereedschappen in de autotechniek en hoe ze deze kennis kunnen toepassen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.