Herhaling wiskunde 1A trimester 2

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

- 15 + 26 =

Als de exponent van een macht met een negatief grondtal oneven is, dan is die macht altijd

1. positief
2. negatief

Hoe lees je:
|-15|

Als deeltal en deler hetzelfde toestandsteken hebben, dan heeft het quotiënt ook dat toestandsteken.

1. waar
2. niet waar

Van welk getal is derdemacht gelijk aan - 8?

-80 : 5 =

Plaats de benaming bij het cijfer 6.

som

verschil

exponent

term

factor

grondtal

deler

product

15 - 9 = 6

6² = 36

-54 : 6 = -9

-28 + 6 = - 22

-2 . (-3) = 6

0 : (-6) =

19 - 39 =

(-4)² =

Welke twee natuurlijke getallen zijn gelijk aan hun vierkantswortel?

|-26|

Een koorde door het middelpunt is een diameter van de cirkel.

1. juist
2. fout

-7 ........ 7

1. <
2. >
3. =

De nulde macht van een geheel getal, verschillend van nul, is altijd ....

1. nul
2. één

Als deler en quotiënt gelijk zijn aan 10, dan is deeltal gelijk aan ...

Van welk natuurlijk getal is het kwadraat het dubbele van het getal zelf?

Welke cijfers kunnen er op de stip staan zodat het getal deelbaar is
door 4?
Getal: 2 1 . 4

De eerste coördinaat van een coördinaat in het eerste kwadrant is ...

1. positief
2. negatief

85 + (-22) =

Wat is het kwadraat van 9?

Een vierhoek heeft 2 hoeken van 66° en 1 hoek van 90°. Hoe groot is de vierde hoek?

Wat is de vierkantswortel van 121?

De som van twee getallen is 22. Het verschil van deze getallen is 4. De termen zijn ...

Als c gelijk is aan zijn tegengestelde, dan is c gelijk aan 0.

1. waar
2. niet waar

Geef alle natuurlijke getallen die voldoen aan -3 < x < 4

Als twee gehele getallen een verschillend teken hebben, dan is hun som altijd negatief.

1. waar
2. niet waar

-(-20) =

Lees je als:

De y-coördinaat van een coördinaatgetal in kwadrant 3 is ....

1. positief
2. negatief

Als de eerste term het dubbele is van de tweede term, dan is het verschil gelijk aan

Hoe lang is de basis van een gelijkbenige driehoek waarvan een been 20 cm meet en de omtrek 1 meter is?

Deeltal en quotiënt zijn gelijk aan 122. Dan is de deler gelijk aan ...

Als je bij -10 een geheel getal optelt, is de som altijd groter dan -10.

1. waar
2. niet waar

-23 . 11 =