Dictee 4

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Dictee 4

Pak je dicteeschrift voor

Wat gaan we doen?

• Pakken van het dicteeschrift
• Woorden schrijven in de verledentijd en voltooide tijd. (5 min)

1. -zen woorden; zoals verliezen.

• Dictee (5 min): woorden + drie zinnen.
• Gezamenlijk nakijken
• Instructie groep 6 (3 min).
• Zelfstandig werken: opdrachten maken uit het werkboek (10 min).
• Klaar? Lezen.

Verliezen

1. Ik .......... (tegenwoordige tijd)
2. Ik .......... (verleden tijd)
3.  Ik heb .......... (voltooide tijd)

Verliezen

1. Ik verlies.
2. Ik verloor.
3. Ik heb verloren. 

Werkwoord: verhuizen

1. Ik .............. (tegenwoordige tijd)
2. Ik ................ (verledentijd)
3. Ik heb ............... (voltooide tijd) 

Werkwoord:  reizen

1. Ik .............. (tegenwoordige tijd)
   
2. Ik ................ (verledentijd)
   
3. Ik heb ............... (voltooide tijd) 

Werkwoord: verhuizen

1. Ik verhuis
2. Ik verhuisde
3. Ik heb verhuisd

Werkwoord:  reizen

1. Ik reis.
2. Ik reisde.
3. Ik heb gereisd.

Dictee woorden groep 6:

1. Wij balanceren
2. Creatief
3. Het niveau
4. Het buiginkje

De dictee woorden groep 7:

1. Het archief
2. Zuid-Europa
3. De bibliotheek

De zinnen:

1. Ik heb door de tijd gereisd.
   
   
   
2. Sinds deze vondst weten we dat mensen in de prehistorie niet konden lezen en schrijven.
   
   
3. Lotte zegt: 'In de oudheid ontstaat het schrift en begint de beschaving.'

Zelfstandig werken

• Groep 6: opdr. 1 t/m 3 (blz. )
  
• Groep 7: opdr.  2 t/m 4 (blz. )
  
  
• Klaar? In stilte lezen.

Groep 7 gaat  aan het werk

Cadeau woorden