ik ben gekomen = je suis venu(
e)
jij bent gekomen = tu es venu(e)
hij is gekomen= il est venu
zij is gekomen = elle est venue
wij zijn gekomen = nous sommes venu(e)s
Jullie zijn gekomen / U bent gekomen = vous êtes venu(e)(s)
zij zijn gekomen = ils sont venus
zij zijn gekomen = elles sont venues