Werkwoordspelling verleden tijd klas 1 kgt

1 / 17
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Aan het einde van deze paragraaf:
- Kun je werkwoorden van de tegenwoordige tijd in de verleden tijd plaatsen.

DOELEN

Slide 2 - Slide

even herhalen.....
Weet je het nog?

Slide 3 - Slide

tegenwoordige tijd - verleden tijd

Een werkwoord kan vertellen wat iemand nu doet of wat er nu gebeurt.

Een werkwoord kan ook vertellen wat iemand gedaan heeft of wat er al is gebeurd.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

even oefenen:

Zometeen krijg je 2 zinnen.

Jij zet de zin in de andere tijd.

Dus: van tegenwoordige tijd naar verleden tijd.

Slide 6 - Slide

Onze mentor vertelt een spannend verhaal.

Slide 7 - Open question

De conciërge haalt de briefjes op.

Slide 8 - Open question

persoonsvorm:

- kun je in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd schrijven.

- staat vooraan in de zin bij een vraagzin.




persoonsvorm
persoonsvorm
ik loop naar school  (tegenwoordige tijd)
Ik liep naar school (verleden tijd)
Loop ik naar school? (vraagzin)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hoe vind je de stam van een werkwoord?
A
Hele werkwoord +en
B
Hele werkwoord -en
C
Ik-vorm van werkwoord

Slide 11 - Quiz

Wat is de stam van werken?
A
werken
B
werkenen
C
werk
D
werkt

Slide 12 - Quiz

Wat is de stam van geloven?
A
Geloven
B
Gelof
C
Geloof
D
Gelov

Slide 13 - Quiz

't sexy fokschaap

Slide 14 - Slide

't sexy fokschaap
Laatste letter van stam van werkwoord in 't sexy fokschaap? Dan -te(n).
Voorbeeld: fiets- hij fietste

Slide 15 - Slide

't sexy fokschaap
Laatste letter van stam van werkwoord NIET in 't sexy fokschaap? Dan -de(n).
Voorbeeld: gelov- (van geloven) hij geloofde

Slide 16 - Slide

NU JULLIE!
Maken Spark W 3.1 (De verleden tijd).

Vind je het lastig of heb je vragen? 
Kom vanmiddag naar online huiswerkbegeleiding!

Slide 17 - Slide