12.1 t/m 12.5 Herhalingsles

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson Up

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Boeken + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson Up

Slide 1 - Slide

Planning
Proefwerk op maandag 12 december over 12.1 t/m 12.5

Slide 2 - Slide

Leren voor biologie
Wat moet je niet doen
- Doorlezen
- Teksten arceren / marken
- Meerdere paragrafen in één dag
- Samenvatting van anderen gebruiken
Wat moet je wel doen
- Samenvatten (zelf)
- Actief herhalen
- Oefeningen maken (werkboek / oefentoets/ biologiepagina.nl)
- Spreiden 

Slide 3 - Slide

Welke bronnen met je  leren?


Zie de doelstellingen op biologie.ichthuscollege.info

Slide 4 - Slide

Bij cavia’s is de aanleg voor zwart haar dominant over die voor wit haar. Twee cavia’s (heterozygoot voor deze aanleg), worden met elkaar gekruist. Hoe groot is het percentage nakomelingen in de F1 dat wit haar zal hebben?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 5 - Quiz

Hieronder is een stamboom weergegeven. Eigenschap A erft niet X-chromosomaal over.

a) Welk Genotype heeft persoon 4?
b) Welk Genotype heeft persoon 5?
c) Welk(e) Genotype(s) kan persoon 7 hebben?

Slide 6 - Open question

De haarkleur bij ratten wordt bepaald door een gen dat niet X-chromosomaal is. Men kruist een zwarte en een witte rat. Alle nakomelingen blijken zwart te zijn. Een van deze zwarte nakomelingen wordt gekruist met de witte ouder.
Welke fenotypen verwacht je dan bij de nakomelingen van deze laatste kruising en in welke verhouding komen ze voor?

Slide 7 - Open question

Bij mensen is het allel voor rechtshandigheid dominant over het allel voor linkshandigheid. Het gen voor rechts/linkshandigheid erft niet X-chromosomaal over. Hoe groot is in de onderstaande stambomen de kans dat de persoon, aangeven met een vraagteken in de stamboom hierboven, een linkshandige dochter is?

Slide 8 - Open question

Bij een bepaalde bloemsoort is de bloemkleur intermediair (roze). Als een rode bloem wordt gekruist met een witte bloem ontstaan roze nakomelingen. Deze nakomelingen (F1) worden onderling gekruist. Hoeveel van de 32 nakomelingen verwacht je dat er roze zullen zijn in de F2?

Slide 9 - Open question

Aan de bak
4 of 5 vragen goed? Dan kan je bezig met de volgende oefeningen in de linkjes

3 of minder vragen goed? Bestudeer eerst de Lesson Ups en ga dan bezig met de linkjes

Extra uitleg nodig? Bekijk eerst zelf de Lesson Ups en de theorie, stel daarna pas vragen



Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Slide 12 - Link

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken & in Lesson-Up
Binas pakken

Slide 13 - Slide

Soortvorming d.m.v. natuurlijke selectie. Zet de zinnen in de juiste volgorde
Er bestaat variatie in genotype en fenotype binnen een populatie
De voordelige fenotypen worden dus doorgegeven
Een mutatie leidt tot een verandering in fenotype dat voordelig uitkomt in de omgeving
Door voortplanting, mutaties en recombinatie kunnen nieuwe genotypen ontstaan
De mutant overleeft door zijn aanpassing beter en krijgt meer nakomelingen 
Als er genoeg verschillen in genotype en fenotype zijn ontstaan kan dat leiden tot een nieuwe soortvorming

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Slide

Verklaar dat dit nog niet betekent dat de Yangtze-variant een aparte soort is

Slide 16 - Open question

Leg in drie stappen uit dat, door veranderingen in het DNA, in deze nieuwe leefomgeving een populatie van superkreeften kon ontstaan waarvan de eigenschappen afwijken van die van de oorspronkelijke migranten uit de Atlantische Oceaan.

Typ je antwoord in word en kopieer deze zo dadelijk in de slide

Slide 17 - Slide

Leg in drie stappen uit dat, door veranderingen in het DNA, in deze nieuwe leefomgeving een populatie van superkreeften kon ontstaan waarvan de eigenschappen afwijken van die van de oorspronkelijke migranten uit de Atlantische Oceaan.

Slide 18 - Open question

Oud-examenvraag 
Leg in drie stappen uit dat, door veranderingen in het DNA, in deze nieuwe leefomgeving een populatie van superkreeften kon ontstaan waarvan de eigenschappen afwijken van die van de oorspronkelijke migranten uit de Atlantische Oceaan.


Uit het antwoord moet blijken dat
- binnen de populatie door mutatie nieuwe varianten ontstaan/varianten aanwezig zijn (1p)
- er selectie plaatsvindt / de aangepaste individuen overleven (1p)
 - de (best) aangepaste individuen de eigenschappen doorgeven (1p)

Slide 19 - Slide

Als een zoogdier het water inloopt, veroorzaakt dit trillingen die door bloedzuigers waargenomen worden. Ze zwemmen vervolgens razendsnel op hun doel af, zuigen zich vast met hun zuignap en maken met hun scherpe tandjes een wondje. In het speeksel van de bloedzuiger zit een stof die de plaats van de bijtwond verdooft, en een stof die bloedstolling remt (hirudine). De bloedzuiger kan daardoor in dertig minuten zoveel bloed opzuigen, dat zijn gewicht vertienvoudigt. Daarna laat hij los. Het produceren van de verdovende stof is gedurende de evolutie ontstaan. Leg uit dat de productie van de verdovende stof selectievoordeel opleverde voor de bloedzuigers die deze eigenschap hadden.

Slide 20 - Open question